1e les: beginnen met
een multimedia-inleidingsles, veel video, cd’s, cd-roms enz. Het doel daarvan is leerlingen
een indruk van het tijdsbeeld geven, door relevante kunstenaars; kunstwerken;
stromingen/ stijlelementen; te tonen in het kader van de context van de
tijd/plaats en de cultuur van die tijd/plaats. De leerlingen kunnen zich op
deze manier een beeld vormen van de tijdgeest, en dit zorgt voor een toename
van de motivatie. |
2e les t/m 6e
les: Inleidingen in de relevante ontwikkelingen van het onderwerp/ de
invalshoeken – breed/ algemeen van opzet – in de vorm van interactieve lessen Leerlingen krijgen enerzijds
informatie aangereikt via de docent: in de vorm van tekst/ verhaal/ beeld/
geluid. Belangrijke basiskennis wordt aangereikt, en belangrijke begrippen/
technieken worden uitgelegd. Leerlingen krijgen daarnaast opdrachten om de
stof uit reader of boek samen te vatten; maken korte opdrachten en
presenteren bepaalde onderdelen van de les (dus niet alleen de docent legt
uit, ook de leerlingen leggen uit). |
7e + 8e
les: Oriëntatie op werkopdrachten behorende bij de invalshoeken Leerlingen worden in groepen
verdeeld; elke groep onderzoekt vragen/ probleemstellingen die bij 1 van de
invalshoeken horen (bij elk onderwerp wisselen ze, zodat ze wel steeds andere
invalshoeken onderzoeken). Ze gaan zich oriënteren op invalshoek en de
bijbehorende probleemstellingen die zij gaan onderzoeken. (leren oriënteren;
leren onderzoeken) |
9e+10e
les: Onderzoek & Analyse: inhoudelijk aan de slag met onderzoeksvragen
& probleemstellingen. Hierbij komt het Zelfstandig
Leren heel erg nadrukkelijk aan bod: leerlingen leren diverse vaardigheden
die benodigd zijn om goed onderzoek op te zetten, uit te voeren en te evalueren.
Ik besteed als docent afwisselend aandacht aan het leren opzoeken in boeken;
op internet; hoe je met deze informatie uit bronnen om moet gaan; hoe je
informatie kunt/ moet checken met behulp van gedegen bronnen zoals
belangrijke naslagwerken (per discipline – deze zijn ook aanwezig in de
schoolmediatheek); hoe je kunt bepalen of je antwoorden ook voldoende
uitgewerkt zijn om de probleemstelling aan anderen te kunnen uitleggen/
onderbouwen tijdens de presentatie; enz. |
10e les: Tussentijdse
evaluatie. Dit heeft als doel: leren
reflecteren (op het eigen leerproces) door de leerling en anderzijds voor de
docent: leerlingen begeleiden en zonodig bijsturen in het onderzoeksproces.
Daarbij is zowel de inhoud (het product) van belang als het leerproces.
Leerlingen krijgen op het eigen niveau (differentiatie) aanwijzingen voor het
vervolg van het onderzoek. |
11e+12e
les: voorbereiding presentatie. Hierbij krijgen de leerlingen de
taak om de probleemstellingen inhoudelijk helder op papier te zetten, en
daarnaast de belangrijkste componenten te selecteren die zinvol zijn voor
anderen om in presentatievorm voorgeschoteld te krijgen. (leren presenteren,
leren communiceren) |
13e t/m 15e
les: presentaties + voorbereiding op toets Steeds worden twee invalshoeken
per les gepresenteerd door leerlingen aan de andere leerlingen. Leerlingen
krijgen alles op papier aangeleverd, en maken tijdens de presentaties
aantekeningen. De informatie die zij tijdens de presentaties aangereikt
hebben gekregen maakt deel uit van de stof die zij moeten beheersen voor de
afsluitende toets. Leerlingen kunnen elkaar vragen stellen. Daarnaast is de
docent tijdens de presentaties aanwezig, om indien nodig, aanvullende
informatie te verstrekken of om – indien nodig- puntjes op de i te zetten/
correcties aan te brengen (dat laatste is meestal niet nodig: leerlingen
hebben van tevoren hun informatie op papier aangereikt aan de docent die de
informatie op dat moment al kan checken). Leerlingen krijgen in de loop
van de laatste weken voor de toets, een toetsmodel
aangereikt waarmee zij heel efficiënt en specifiek kunnen leren voor de toets
voor Kunst Algemeen. (meer hierover is te vinden in het artikel: zelfstandig
leren bij ckv 2 (kunstzone juni 2005)
|
16e les: afsluitende
toets. Belangrijk bij het samenstellen van
een afsluitende toets is: het toetsen op kennis, inzicht en vaardigheden die
ook centraal gestaan hebben in de afgelopen weken. Dus niet: om leerlingen
klakkeloos kennis uit het hoofd te laten leren en deze te laten reproduceren.
Dus wel: toetsen in hoeverre leerlingen begrip gekregen hebben: t.a.v. de
onderwerpen/ invalshoeken/ context van de tijd/ de belangrijke ontwikkelingen
in de div. disciplines; in hoeverre ze het geleerde toe kunnen passen op
nieuwe onderwerpen; in hoeverre ze verbanden kunnen leggen enz. (zelfstandig
leren !) |
17e /18e
les: bespreken van de toets; evalueren van het leerproces/ onderwerp Het is heel essentieel om de
toets te bespreken, om op die manier het leerproces goed af te sluiten:
leerlingen die ‘verkeerd’ voor de toets geleerd hebben, merken dit vaak pas
op wanneer de toets besproken wordt en zij de antwoorden zien. Ook is het
belangrijk om leerlingen mee te laten denken over wat er goed ging en wat er
minder goed ging tijdens het leerproces. Mijn ervaring is, dat ze hierbij
vaak heel zinvolle opmerkingen maken. |