Invalshoek
1: Kunst en religie, levensbeschouwing
Waarover gaat invalshoek 1 in de cultuur van het moderne?
Bij invalshoek 1 bekijk je op welke manier kunstenaars een opvatting
in hun kunst verwerken die afkomstig is of te maken heeft met hun
levensbeschouwing of religie. Religie vormt in de cultuur van het moderne voor
de meeste kunstenaars geen direct onderwerp om kunstwerken over te maken.
Kunstenaars zoeken eerder naar spiritualiteit, het geestelijke. Dat is heel
belangrijk als leidraad in het streven naar abstractie.
Kunstenaars zoeken in de eerste decennia van de twintigste eeuw vooral
naar het nieuwe, onbekende, het ‘zuivere’ of ‘ware’ of ‘unieke’. Alles wat je
echt kunt voelen, beleven en ervaren is belangrijk. Daarom worden expressieve,
pure kwaliteiten van kunst uit andere dan westerse culturen zeer gewaardeerd.
Zij keren zich af van bestaande zelfgenoegzaamheid en hypocrisie. De constante
dreiging van oorlog voedt het gevoel van angst en teleurstelling.
Wat ga je doen met de probleemstellingen en de onderzoeksvragen?
Het is de bedoeling dat je voor je presentatie in staat bent een
probleemstelling te onderbouwen. Daarvoor begin je met het oplossen van de
onderzoeksvragen. Zodra je de antwoorden op deze vragen hebt gevonden, heb je
de noodzakelijke informatie verzameld om je probleemstelling te onderbouwen. Je
moet nog wel de informatie op de juiste manier bij elkaar voegen. Dit is de
basis voor je presentatie.
Probleemstelling 1.1
Visies op geschiedenis:
breuk met het verleden.
Onderzoeksvragen
a. Kijk nog eens naar afdeling 1: weet jij waarom
kunstenaars met het verleden willen breken?
b. Geef daarbij uit de tekst voorbeelden van
kunstenaars en/of kunststromingen, waarbij je deze breuk met het verleden
duidelijk kunt aangeven.
c. Leg uit, wat de redenen van deze kunstenaars
en/of kunststromingen zijn om te willen breken met het verleden.
d. Onderbouw deze stelling met behulp van
bronnenonderzoek: dat is onderzoek aan de hand van bijvoorbeeld een
encyclopedie en een kunsthistorisch naslagwerk (zoals de Algemene
Kunstgeschiedenis van Honour & Fleming, zie bronnen).
Trefwoorden
Breuk met het verleden, Die Brücke, Der Blaue Reiter, Constructivisme,
Bauhaus, Futurisme, De Stijl.
‘Ontdekking’ van het onderbewuste (Sigmund
Freud), esoterische stromingen, filosofische benaderingen versus christelijk
mens- en wereldbeeld.
Onderzoeksvragen
a. Waarop
baseerde Sigmund Freud zijn ideeën over het onderbewuste en welke
wetenschappelijke ontdekkingen hebben daaraan bijgedragen?
b. Hoe
worden de duistere kanten (angsten, fobiën, enz.) van de menselijke geest
zichtbaar en hoorbaar gemaakt? Betrek hierbij de disciplines dans (Martha
Graham) en beeldende kunst (Salvador Dali).
c. Leg
heel beknopt uit wat de theosofie van Madame Blavatsky inhield. Geef aan op
welke manier de ‘theosofie’ een rol speelde voor Mondriaan en hoe je dat in
zijn werk kunt zien.
d. In
het modernisme waren er diverse filosofen die over de nieuwe tijd (de moderne
tijd) schreven: Theodor Adorno, Karl Marx, Maurice Merleau-Ponty, Friedrich
Nietzsche, Ludwig Wittgenstein, Henri Bergson en William James. Kies uit deze
reeks drie filosofen waarin je je verdiept door op internet informatie te
raadplegen. Probeer de essentie van hun denkbeelden kort uit te leggen.
Probleemstelling 1.3
Utopieën van een nieuwe
tijd: kunst is baanbreker voor die nieuwe tijd; kunst wil maatschappij
veranderen.
Onderzoeksvragen
a. Welke kunstenaars/stromingen willen de
maatschappij veranderen en waarom?
b. Op welke manier brengen ze dat onder de aandacht
van het grote publiek?
c. Waarom beschouwen kunstenaars de kunst als
baanbrekend voor de nieuwe tijd?
Trefwoorden
Manifesten, utopie, Die Brucke, Der Blaue Reiter,
Constructivisme, Bauhaus, Futurisme, De Stijl.
Kunst heeft op zich
geestelijke waarde en universele betekenis: op zoek naar essentie, abstractie.
Onderzoeksvragen
a. Wat houdt de uitspraak 'kunst heeft geestelijke
waarde' in?
b. Op welke manier is de inhoud – het spirituele of
geestelijke van de kunst – verbonden aan het abstracte beeld en de vorm in de
schilderkunst van Kandinsky?
c. Waarom haalt Kandinksy zoveel inspiratie en
ideeën voor zijn abstracte kunst uit de muziek?
d. Wat verstaat Kandinsky onder de ‘innerlijke
noodzaak’ als het streven in de abstracte kunst?
e. Wat betekent ‘kunst heeft universele betekenis’?
f. Welke rol speelt abstractie in de kunst ten
aanzien van
a geestelijke waarde van kunst,
b universele betekenis van kunst.
Trefwoorden
Kandinsky, boektitel: Spiritualiteit en abstractie in de kunst,
innerlijke noodzaak, universele betekenis, universaliteit.
BRONNEN
Honour & Fleming, Algemene
kunstgeschiedenis.
Wouter Steffelaar, Muzikale
stijlgeschiedenis.
Luuk Utrecht, Van hofballet tot
postmoderne dans.
Phyllis Hartnoll, Een
geschiedenis van het theater.
David Parkinson, History of film.
De bespiegeling, bladzijde 148 en verder
Filosofen: https://www.bloomsbury.com/us/series/understanding-philosophy-understanding-modernism
VOORBEELDUITWERKING PROBLEEMSTELLING 1.4
Bij invalshoek 1 bekijk je de manier waarop kunstenaars hun
opvattingen over levensbeschouwing of religie in de kunst hebben verwerkt. Zij
halen in de eerste decennia van de twintigste eeuw hun inspiratie niet zozeer
uit de religie als wel uit een zoektocht naar het ‘zuivere’ of het ‘ware’ in de
kunst. In probleemstelling 1.3 komen de ideeën van Kandinsky over
spiritualiteit aan de orde. Deze zijn voor hem een leidraad geweest in zijn
streven naar abstractie in zijn kunstwerken.
Alle opdrachten hieronder moet je uitwerken, ook de
onderzoeksvragen. Er staat daarbij echter wel al een gedeelte van de bronnen
aangegeven.
Probleemstelling 1.4
Kunst heeft op zich geestelijke waarde en universele betekenis: op
zoek naar essentie, abstractie.
Onderzoeksvraag 1
Wat houdt de uitspraak ‘kunst heeft op zich geestelijke waarde’ in?
Hiervoor kun je in een naslagwerk als Algemene kunstgeschiedenis van Honour & Fleming, lezen over de
ideeën van Kandinsky. Kandinsky heeft geschreven over spiritualiteit en
abstractie in de kunst. In de onderstaande stappen, lees je belangrijke
fragmenten uit deze bronnen.
Onderzoeksvraag 2
Op welke manier is de inhoud – het spirituele of geestelijke van de
kunst – verbonden aan het abstracte beeld en de vorm in de schilderkunst van
Kandinsky?
Lees onderstaande teksten en maak de bijbehorende
onderzoeksopdrachten.
EXPRESSIONISME
De Duitse expressionistische schilderkunst, zoals die zich in de jaren
vlak voor de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde, hield zich vooral bezig met de
psychologische situatie van de moderne mens en vond haar oorsprong in een
opstand gericht op de nieuwe spontaniteit en emotionele intensiteit van de
innerlijke visie. De expressionisten voelden zich genoodzaakt uiting te geven
aan hun angsten, frustraties en rancunes ten opzichte van de moderne wereld.
Zij zochten naar spirituele betekenis (‘ziel’ leggen in elk aspect van hun
kunst). Voor de expressionisten was primitieve (niet-westerse) kunst in de eerste
plaats een emotionele en spirituele ervaring.
Uit: Honour & Fleming, Algemene
kunstgeschiedenis, over het expressionisme in Duitsland, p. 725, zevende
druk.
In deze tekst lees je over de ontwikkeling van de beeldende kunst in
Duitsland: het expressionisme. Stel jezelf nu de volgende vragen:
- Weet ik wat het expressionisme in de kunst inhoudt?
- Zijn er woorden of begrippen in deze tekst die ik nog niet ken? Zoek
deze begrippen op.
- Kun je het stukje tekst in een paar zinnen in je eigen bewoording
weergeven? Indien dat niet zo is: Welke onderdelen snap je niet? Probeer voor
jezelf een vraag te formuleren. Deze vraag kun je nu gebruiken om zelf tot een
antwoord te komen. Ook kun je de docent vragen om hulp bij het oplossen van
jouw vraag. Ga nu verder met het maken van de opdrachten.
Opdracht
a Laat aan de hand van
een expressionistisch schilderij zien op welke manier daarin de inhoud en de
vorm samenhangen.
b Zoek een afbeelding
van een schilderij uit het Duitse expressionisme (bijvoorbeeld: Emil Nolde,
Wassily Kandinsky, August Macke, Ernst Ludwig Kirchner, Franz Marc). Leg aan de
hand van de afbeelding uit, hoe je kunt zien dat de inhoud uit het
tekstfragment tot uitdrukking is gebracht in het schilderij.
Geef daarbij
duidelijk aan op welke wijze de inhoud
zichtbaar gemaakt is in het beeld en de
vorm.
Aspecten van
de inhoud die je daarbij aan de orde
moet stellen zijn:
- de psychologische situatie van de moderne mens;
- een opstand die gericht is op de nieuwe
spontaneïteit;
- emotionele intensiteit van de innerlijke visie;
- uiting van hun angsten, frustraties en rancunes ten
opzichte van de moderne wereld;
- zoeken naar emotionele en spirituele betekenis van
de kunst.
Onderzoeksvraag 3
Waarom haalt Kandinksy zoveel inspiratie en ideeën voor zijn abstracte
kunst uit de muziek?
ABSTRACTIE EN MUZIEK
Kandinsky’s lyrische en typisch Slavische gevoel voor kleur – hij zei
dat hij muziek altijd in termen van kleur beleefde en kleur in de eerste plaats
ervoer als iets dat tot het gevoel sprak – verloor geleidelijk aan zijn
beschrijvende functie en raakte los van de vorm. Toch benaderde hij de
abstractie omzichtig. Hijzelf beschouwde een avond in 1910 als het moment
waarop hij de mogelijkheden van het abstracte voor het eerst volledig besefte.
Per ongeluk herkende hij een van zijn eigen doeken niet, dat op z’n kop tegen
de muur stond, en zag een schilderij ‘van buitengewone schoonheid, dat een
innerlijke glans uitstraalde.’ Deze openbaring van de expressieve eigenschappen
die aan kleur en vorm inherent zijn, overtuigde hem ervan dat de uitbeelding
van de natuur voor zijn kunst volstrekt overbodig was. Dit strookte ook met
zijn sterk anti-materialistische, mystieke instelling.
Uit: Honour & Fleming. Algemene
kunstgeschiedenis
‘In dit geval blijkt de muziek de rijkste leermeesteres te zijn.
Slechts met geringe afwijkingen en uitzonderingen is de muziek al eeuwen lang
de enige kunst die haar middelen niet gebruikte om verschijnselen uit de natuur
weer te geven, maar tot expressie heel zelfstandig levende wereld van muzikale
klanken te scheppen. De kunstenaar voor wie nabootsing van de natuur, hoe
kunstzinnig ook, geen doel op zichzelf is, de kunstenaar die creatief is en aan
zijn innerlijke wereld gestalte wil en moet geven, ziet met afgunst hoe
gemakkelijk en vanzelfsprekend zijn bedoelingen in de meest immateriële kunst
van vandaag, in de muziek, verwerkelijkt kunnen worden. Het is dus alleszins
begrijpelijk dat hij zal proberen de middelen, aan de muziek eigen, ook in de
eigen kunst op te sporen. Vandaar het huidige zoeken in de schilderkunst
bijvoorbeeld naar ritme, naar mathematische, abstracte constructie, vandaar de
tegenwoordige waardering voor het herhalen van een kleurtoon, van de wijze
waarop de kleur in beweging wordt gezet.
Uit: über das Geistige in der kunst, Kandinsky Spiritualiteit
en abstractie in de Kunst van Wassily Kandinsky, Zeist 1988 (Drempelreeks), p.
47, 48, 49.
Lees nogmaals de studeeraanwijzingen van stap 1 bij Zelfstandig
werken en leren bij CKV2 op p. 00. Herhaal deze vragen en pas ze daar waar
nodig aan ten aanzien van de bovenstaande bronnenteksten.
Opdrachten
a Leg in je eigen woorden uit, waarom
Kandinsky de muziek als inspiratiebron zag voor zijn ideeën over abstracte
kunst. (Lees hiervoor eventueel ook nog p. 728 en 729 uit Honour & Fleming.)
Kandinsky
zegt hier: ‘Vandaar het huidige zoeken in
de schilderkunst bijvoorbeeld naar
-
ritme;
-
naar mathematische, abstracte constructie;
-
het herhalen van kleurtoon;
-
van de wijze waarop de kleur in beweging wordt gezet’.
b Zoek een afbeelding van een abstract
schilderij van Kandinsky en geef aan, voor elk van bovengenoemde beeldaspecten
aan, op welke manier deze door hem verwerkt zijn in het schilderij.
Onderzoeksvraag 4
Wat verstaat Kandinsky onder de ‘innerlijke noodzaak’ als het streven
in de abstracte kunst?
INNERLIJKE NOODZAAK
In 1910 voltooide Kandinsky zijn eigen boek Uber das Geistige in der Kunst, hoewel het tot 1912 duurde voor het
werd gepubliceerd. Daarin formuleerde hij zijn opvatting van abstracte,
non-figuratieve kunst. Deze wortelde in de ‘innerlijke noodzaak’ van de
kunstenaar om een ‘geestelijke’ kunstvorm te vinden die vrij is van alle
verwijzingen naar de wereld om hem heen. Op zich waren abstracte formele
kwaliteiten voor Kandinsky even onbelangrijk als figuratieve kwaliteiten: zij
werden pas zinvol in zoverre zij uitdrukking gaven aan de diepste gevoelens van
antimaterialistische waarden van de kunstenaar en daarmee een waarlijk
vergeestelijkte werkelijkheid creëerden.
Uit: Honour & Fleming, Algemene
kunstgeschiedenis
Onderzoeksaanwijzing
Lees nogmaals de studeeraanwijzingen van stap 1
bij Zelfstandig werken en leren bij CKV2 op p. 00. Herhaal deze vragen
en pas ze daar waar nodig aan ten aanzien van de bovenstaande bronnentekst.
Opdracht
Leg in je
eigen woorden uit wat Kandinsky bedoelde met het streven in de abstracte kunst
naar de weergave vanuit de ‘innerlijke natuur’/‘innerlijke noodzaak’.
Onderzoeksresultaten
Je hebt nu antwoorden
geformuleerd op de onderzoeksvragen en deelvragen bij probleemstelling 1.3
‘kunst heeft op zich geestelijke waarde en universele betekenis’.Aan de hand van wat je hebt
gevonden, formuleer je nu een antwoord op de probleemstelling waar je onderzoek
mee is begonnen. Let er op dat je ook in je antwoord meeneemt dat je vanuit een
bepaalde invalshoek naar deze stelling hebt gekeken. De antwoorden op de
deelvragen kun je daarbij gebruiken, maar het is ontoereikend om bij de
onderbouwing van de probleemstelling alleen antwoorden op de deelvragen te
geven. Je noteert de onderbouwing van de probleemstellingen bij deze invalshoek
in 1½ tot 2 A4’tjes getypte tekst. Daarnaast voeg je afbeeldingen toe die
relevant zijn voor deze invalshoek. Deze informatie vormt het uitgangspunt voor
je presentatie.
ã Palet CKV 2, aangepast
op basis van de nieuwe eindtermen na 2022, door M.T. van de Kamp, 2024
terug naar cultuur van het moderne - verder naar invalshoek 2