SUBDOMEIN 4: ROMANTIEK EN REALISME

Invalshoek 3 - Kunstenaar en opdrachtgever:politieke en economische macht

 

3a: Opleiding: toneel-,dans-, kunstacademies en conservatoria;

Onderzoeksvragen:

3.1: Leg uit op welke manier kunstenaars opgeleid werden in de kunsten ?

Probleemstelling:

3a: Waarom hadden academies een grote rol in de ontwikkeling van de kunsten ?

Trefwoorden:

toneel-, dans-, kunstacademies en conservatoria.

Bronnen:

rom/real.: blz. 27; kunsthistorisch overzicht deel 2: blz. 70 ; Van Hofballet tot Postmoderne dans; Westerse theatergeschiedenis; Encarta. + diverse andere bronnen.

3b: Kunstenaars gaan ook zelf op zoek naar leermeesters (historische voorbeelden of ‘de natuur zelf’)

Onderzoeksvragen:

3.2:  Op welke ‘nieuwe’ manieren leren kunstenaars over kunst ?

3.3:  Wat waren de inspiratiebronnen van: Delacroix; Debussy; Monet; Gauguin en Van Gogh ?

Probleemstelling:

3b: Op welke manieren gaan kunstenaars ook zelf op zoek naar leermeesters ?

Trefwoorden:

De Natuur; andere culturen; de geschiedenis

Bronnen:

rom/real: blz. 9; blz. 12/13; blz. 14; blz. 15; blz. 16/17;  + diverse andere bronnen.

3c: Opdrachtgevers: de markt –verschillende belangen en motieven en de staat koopt kunst.

Onderzoeksvragen:

3.4: Op welke manieren werd kunst gekocht / verkocht ?

3.5: Welke rol speelden: de staat; de Salons; de Galerieën in de verkoop van kunstwerken ?

3.6: Geef een voorbeeld van de motieven van een staatsverzameling; en van een prive verzameling.

Probleemstelling:

3c: Welke motieven hadden: de staat; de privé-verzamelaars om kunst te kopen/verzamelen ?

Trefwoorden:

De Salon; De Salon des Réfusées; Het Museum (Rijksmuseum/ British museum/ het Louvre); de privé-verzamelaars.

Bronnen:

Kunsthistorisch overzicht deel 2: blz 12; blz 19; blz. 49/50 ; Internet: www.rijksmuseum.nl ; het louvre; het british museum ; rom/real: blz 8. + diverse andere bronnen.

3d: Organisatie samenleving; nationaal bewustzijn: naties, staat – burgers – streven naar vrije wereldhandel; concurrentie

Onderzoeksvragen:

3.7: Op welke manier was de samenleving georganiseerd in West-Europa in de periode van de Romantiek ?

3.8: Welke rol speelde het nationalisme in de kunsten (muziek, architectuur; beeldende kunsten; dans; drama) van deze periode ?

Probleemstelling:

3d.1: Op welke manieren werd handel gedreven in deze periode van ca. 1850 – 1900 ?

3d.2:  Hoe zag de kunsthandel eruit in deze periode van de Romantiek ?

Trefwoorden:

Nationalisme; nationale collecties; kolonialisme; revoluties; vrije wereldhandel; wereldtentoonstellingen

Bronnen:

kunsthistorisch overzicht deel 2: blz. 26 t/m31; blz 49/50;  rom./real.: blz. 34, blz. 38/39; + div. andere bronnen.

3e: Verzamelingen: van systematiseren van collecties naar soort en naar tijd/plaats. Verzamelingen ook gekoppeld aan het prestige van een staat.

Onderzoeksvragen:

3.9: Op welke manier werden collecties aangelegd ? Geef hiervan een voorbeeld t.a.v.: Het Rijksmuseum/ Het Louvre/ Het British Museum.

3.10: Hoe zagen musea eruit in deze periode (= opbouw / route e.d.) ? Kijk hiervoor in: teken als taal, bronnenbundel en examenbundel (in lokaal 23 + mediatheek).

Probleemstelling:

3e: Waarom waren museumcollecties gekoppeld aan het prestige van een staat ?

Trefwoorden:

Rijksmuseum / het Louvre / Het British Museum;

Bronnen:

cd-rom: topstukken van het Rijksmuseum of de website van het Rijksmuseum: www.rijksmuseum.nl of de websites van het louvre/ het british museum; teken als taal over museumbouw; Encarta; cd-rom: de grote musea; diverse andere bronnen.

 

ã Marie-Thérèse van de Kamp – 2000

 

terug naar romantiek en realisme       verder naar invalshoek 4