SUBDOMEIN 1: CULTUUR VAN DE KERK

Invalshoek 3 - Kunstenaar & opdrachtgever; politieke en economische macht:
Organisatie van de samenleving: driestandenmaatschappij (geestelijkheid, adel, boeren/burgers)

Probleemstelling:

In de middeleeuwen was de samenleving georganiseerd als een driestandenmaatschappij van geestelijkheid, adel en boeren/burgers.
Onderzoeksvragen:

3.1: Hoe leefde men in de vroege middeleeuwen: a) op het platteland / in de kloosters ; in de late middeleeuwen b) in de stad / in de kloosters; in de hele middeleeuwen c) al reizend
3.2: Beschrijf voor de vroege middeleeuwen en de late middeleeuwen hoe elk van deze standen daarin een rol speelde. 
3.3: Geef aan hoe de machtsverhoudingen lagen in deze standenmaatschappij (en maak dus een verschil tussen enerzijds de vroege middeleeuwen en anderzijds de late middeleeuwen).
Trefwoorden:                                                         

pelgrimstochten; routes; feodalisme; platteland <> stad

 

Ontstaan geldeconomie: opkomst steden, gildenorganisatie

Probleemstelling:

In de late middeleeuwen ontstond de geldeconomie. Dit was van belang bij de opkomst van de steden. In de steden speelden de gilden een steeds belangrijkere rol.

Onderzoeksvragen:

3.4: Wat houdt een ‘geld economie’ in? Waardoor/waar ontstond deze in de Middeleeuwen?

3.5: Beschrijf de organisatie van de bouw van een kathedraal en beschrijf welke beroepen/ambachten daarbij een rol speelden.

3.6: Welke rol ten aanzien van het leren hadden kathedralen en kloosters ? Is deze rol hetzelfde voor de artes mechanicae en de artes liberales of juist niet?

3.7: Kunst werd in de Middeleeuwen gezien als ambacht. Maak duidelijk wat het verschil is tussen de hedendaagse opvatting over kunst en de Middeleeuwse opvatting.

3.8: Kunstenaars/ambachtslieden in de Middeleeuwen verenigden zich in gilden. Wat waren deze gilden en welke functie vervulden ze ?

Trefwoorden:                                                         

Geldeconomie; opkomst steden; kathedraalbouw; bouwloods; handel; gilden; gildenorganisatie; leerling – gezel – meester; werkplaats; bouwplaats; bouwproces; constructies; bouwloods; scriptoria; modelboeken; kloosterscholen: Cluny;   

 

Opdrachtgevers: kerk, adel, gilden, burgerij, stadsbestuur
Probleemstelling:

In de Middeleeuwen waren de belangrijkste opdrachtgevers voor de kunsten: de kerk, de adel, de gilden, de burgerij en het stadsbestuur.
Onderzoeksvragen:

3.9: Maak duidelijk welke invloed de opdrachtgever had op het ontstaan van het kunstwerk.

3.10: Waarom gaven deze opdrachtgevers opdrachten ?

3.11: Leg uit en maak zichtbaar waarom de belangrijkste kunstschatten goed bewaard bleven in kerk of klooster.

3.12: Welke rol had de kerk ten aanzien van het behoud van Kunst en Cultuur ?

Trefwoorden:

kloosterorden; adel; gilden; mecenaat; kooplieden; stadsbestuur; Cluny / Citeaux; relikwie; reliekhouders; scriptoria; miniaturen; kerkschatten

 

Status van de kunstenaar: Kunst als ambacht

Probleemstelling:

Beeldende kunst werd in de Middeleeuwen beschouwd als ambacht.

Onderzoeksvragen:

3.13: Kunst werd in de Middeleeuwen gezien als ambacht. Maak duidelijk wat het verschil is tussen de hedendaagse opvatting over kunst en de Middeleeuwse opvatting.

3.14: Kunstenaars/ambachtslieden in de Middeleeuwen verenigden zich in gilden. Wat waren deze gilden en welke functie vervulden ze ?

Trefwoorden:

gilden; ambachten; leerling / gezel <> meester

 

 

Bronnenteksten:

-      Luzarches en Villard d'Honnecourt

-        De kathedraal - David McCauley

-        De kathedralenbouwers – George Duby

-        Diverse fragmenten uit 'Beeldenstorm'  van H. van Os.

-        Licht - themakatern examen kg/kb 1987 - over het licht in gotische kathedralen

 

 

© M.T. van de Kamp 2024

terug naar cultuur van de kerk            verder naar invalshoek 4