OPDRACHT CKV/Kunst Beeldend - 5 vwo THEMA: REIZEN (bij invalshoeken van Hofcultuur/ Burgerlijke cultuur van Kunst Algemeen)

 

OP ONTDEKKINGREIS……..VER GEZOCHT ?!

 

In het komende halfjaar gaan we opdrachten maken met het thema: OP REIS. Dit thema is een gezamenlijk thema voor CKV 1 en CKV 3. Bij CKV 2 zullen we ons onder andere bezighouden met Hofcultuur in de 16de en 17de eeuw en Burgerlijke Cultuur in Nederland in de 17de eeuw. Op deze manier kunnen leerlingen die zowel CKV 1 als CKV 2/3 hebben, met zoveel mogelijk samenhang tussen CKV 1, 2 en 3 werken wat meer mogelijkheden tot verdieping kan geven. De eisen ten aanzien van de opdracht verschillen wel voor CKV 1  en CKV 3 en voor CKV 1/CKV 3 (= wanneer je het gecombineerd invult). Dat heeft te maken met bijvoorbeeld de breedheid / verdieping (theoretisch en praktisch) en de uitwerking van het eindwerk. Korter gezegd: het aantal uren dat je bij de verschillende varianten tot je beschikking hebt, dienen zichtbaar te zijn in het proces + het eindwerk. 

 

Als je terugkijkt in de geschiedenis van contacten tussen verschillende culturen, zie je dat dat iets is wat al in de eerste eeuwen van onze jaartelling gebeurde. Bijvoorbeeld Alexander de Grote die op oorlogspad ging, kwam in contact met andere culturen. Echter in de vijftiende eeuw ontstonden de eerste echte ontdekkingsreizen. Die ondernam men om nieuwe gebieden in kaart te brengen. Dat was natuurlijk een ontzettend spannend iets: op ontdekkingsreis gaan. Men wist niet wat men tegen zou komen. Iets wat in onze tijd bijna onvoorstelbaar is. Wij 'kennen' de hele wereld, en steden over de hele wereld zijn gedurende de laatste decennia ook steeds meer op elkaar gaan lijken door de toenemende globalisering (tv, internet, multinationale bedrijven, toerisme). Toch kent nog steeds iedereen het gevoel van op ontdekkingsreis gaan; iets nieuws gaan onderzoeken; iets nieuws en onverwachts tegenkomen. Wanneer je je bijvoorbeeld werkelijk in andere culturen gaat verdiepen (dat is een deel van de opdracht) zul je aan den lijve ondervinden dat sommige culturen wezenlijk andere normen, waarden, kunstvormen hebben ontwikkeld dan die van ons. Je krijgt dan als het ware het gevoel dat je op ontdekkingsreis bent. Datzelfde gevoel hadden de mensen zoals Columbus bijvoorbeeld die 'nieuwe' gebieden ontdekten. Je zult ook zien dat de manieren waarop men door de eeuwen heen naar (mensen uit) andere culturen keek, niet altijd even 'netjes' geweest is.  In de loop van de tijd ging men, o.a. door de invloed van de culturele antropologie, steeds meer de andere culturen ( de mensen die in de andere werelden leefden) als gelijkwaardig zien. Dat heeft uiteindelijk geleid tot nieuwe opvattingen zoals het cultuurrelativisme. 

 

Wat ga je nu doen ? je gaat op zoek naar een ANDERE CULTUUR. Welke cultuur dat is, mag je zelf weten. Het uitgangspunt daarbij is dat je vanuit jouw eigen cultuur vertrekt en je steeds vergelijkt in welke opzichten jouw eigen cultuur verschilt van de andere cultuur. Dat kun je doen op basis van heel veel verschillende aspecten van een cultuur zoals de eetgewoonten, de manier van wonen, de kleding, het vervoer, de manier van communiceren, de opvattingen over wat een familie, een gezin betekent, de woonomgeving, de beroepen, de waarden en normen, voorwerpen uit het dagelijks leven, rituelen, symbolen, feesten, vrije tijd, architectuur, de verhouding tussen mens en natuur/omgeving, hoe men tegen andere culturen aankijkt, de religie, de filosofie die men erop nahoudt.  Kies dus een andere cultuur waarin je geïnteresseerd bent, en ga op zoek naar de werkelijke inhoud van die andere cultuur. Doe dat op basis van bovenstaande aspecten. Je kunt dat doen door dingen op te zoeken over de andere cultuur, maar ook kun je beelden, muziek, enz. verzamelen als bronnen. Daarna kun je een collage gaan maken, waarin je met behulp van beeld en tekst aangeeft waarom jij geïnteresseerd bent in speciaal die cultuur die jij gekozen hebt. Probeer daarbij zoveel mogelijk aan te geven HOE jij nu (aan het begin van je onderzoek) denkt over die andere cultuur. Dit is je uitgangspunt, je hypothese, die je aan de hand van verder onderzoek gaat onderbouwen of testen door je enerzijds op allerlei manieren (bijvoorbeeld aan de hand van het themakatern van kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing: VER GEZOCHT) steeds meer te verdiepen in de andere cultuur en door anderzijds een beeld te gaan maken waarbij je een link legt tussen die andere cultuur en jouw eigen cultuur. Dat doe je in de vorm van een driedimensionaal object (toegepast - een stoel, een kledingstuk, sieraden een tent, een schaal enz. of autonoom - een object dat niet een speciale functie heeft maar wel een speciale betekenis).

 

Dat object dient een bepaalde symbolische betekenis te hebben, die gebaseerd is op de ideeën die jij hebt over de brug tussen de twee culturen. Jouw visie op je eigen cultuur + de andere cultuur moet daarin vastgelegd worden. Let er daarbij heel goed op dat je uiteindelijke werk genuanceerd wordt: dat wil zeggen geen gemakkelijke vooroordelen die je bevestigt, geen clichématige oplossingen. Daarvoor is een open houding nodig en veel serieus onderzoek zowel theoretisch als praktisch.

 

Het hele werkproces (alle stappen) leg je vast in je kunstdossier (voor CKV 1 = inclusief verslagen van culturele activiteiten die bij dit thema horen). Leerlingen die deze opdracht alleen voor CKV 3 maken of voor CKV 1/3 gecombineerd maken, leggen het hele werkproces vast in een logboek (zie beschrijving logboek).

 

SUBTHEMA'S:

 

Om je enigszins op weg te helpen kun je uit onderstaande subthema's kiezen, dat als basis kan dienen om een start te maken met een ruimtelijk object. Deze subthema's kunnen je een handreiking geven om voor een bepaalde route van je ontdekkingsreis te kiezen.

 

-          Hofculturen ( hierbij mag je eventueel ook een andere tijd als uitgangspunt nemen: het franse hof ten tijde van Lodewijk XIVe; of het Italiaanse hof in de Renaissance; enz.)

-          Op reis van Hof tot Hof

-          Mijn rariteitenkabinet

-          Feesten en vermaak

-          Symbolen en rituelen

-          Cultuur en natuur

-          Mythen en legenden

-          Ontdekkingsreis naar het vreemde

-          Subculturen

 

Doelstellingen van de opdracht.

Leren:

·          Thematisch + procesmatig te werken

·          Bestuderen van andere culturen met een open houding

·          Verzamelen van gegevens over het thema

·          Ontwikkelen van ideeën voor beeldende oplossingen

·          Ontwerpen / vormgeven

·          Werken met een logboek ( = bovengenoemde onderdelen kunnen beschrijven in een procesverslag)

·          Beeldend onderzoek doen ( m.b.v. schetsen, collages, proeven, experimenten)

·          Presenteren

·          Evalueren ( van proces en produkt )

·          Zelfstandig te leren/ zelfstandig te werken

 

Bij de beoordeling wordt gekeken naar:

-          Beeld + Vormgeving ( + breed / met diepgang )

-          Materialen + Technieken

-          Proces ( kwaliteit + mate van zelfstandigheid + is het op tijd afgerond)

-          Inhoud ( logboek + eindverslag)

-          Eindwerk ( eindprodukt + presentatie )

 

Het Logboek:

Waarom moet je een logboek maken?

Dat doe je om op die manier gestructureerd te leren werken. Doordat je steeds noteert hoe en waarom je tot bepaalde keuzes komt, dwingt je over die keuzes na te denken. Daardoor wordt je werkproces en daarmee het eindprodukt beter.

Ook leer je op deze manier beter zelfstandig tot keuzes te komen. Daarnaast is het voor de planning heel belangrijk: op die manier kun je heel gericht per les je eigen doelstellingen formuleren, je weet dan precies wat je binnen een les moet doen. Deze werkwijze is heel belangrijk in het kader van zelfstandig leren.

 

Wat is een logboek ?

In een logboek beschrijf je regelmatig ( bijvoorbeeld als huiswerk na elke les) wat je gedaan hebt in die les, wat er goed ging ( en waarom) en wat er minder goed ging ( en waarom ) en welke doelstelling je voor de komende les hebt. Het gaat daarbij NIET om feiten alleen, maar juist om jouw ideeën, jouw visie op je eigen werk + werkproces. Wanneer je alleen maar feitelijk beschrijft wat je die les gedaan hebt, is dat onvoldoende. Geef heel duidelijk aan HOE / WAAROM jij zo denkt over wat je hebt gedaan, wat je wilt gaan doen.

 

Daarnaast dient in het logboek ook het theoretisch onderzoek aanwezig te zijn: dus hoe ben je aan informatie gekomen over die andere cultuur; hoe denk je over die cultuur; wat weet je er allemaal van; hoe zijn je ideeën met betrekking tot een beeldende uitwerking.

 

Ook maak je een uitgebreide BEELDANALYSE van een kunstvoorwerp uit de andere cultuur die je gekozen hebt.

 

Het EINDVERSLAG is het laatste onderdeel van het logboek:

En daarbij is het belangrijk dat je opschrijft wat je van jouw produkt en proces vindt t.a.v. de beoordelingscriteria ( welke onderdelen zijn goed gegaan, welke minder goed en vooral WAAROM ?). Daarnaast probeer je voor jezelf te formuleren wat je voor een volgende opdracht aan aandachtspunten/verbeterpunten mee moet nemen. Schrijf ook de beoordeling + aandachtspunten van de docent in dit verslag: dan heb je bij de volgende opdracht een goede richtlijn.

 

Het logboek moet je elke les meenemen en kan onverwacht ter inzage gevraagd worden. Het logboek mag geschreven zijn, het eindverslag dient getypt ingeleverd te worden bij de beoordeling.

 

Stappenplan:

1: Kies een andere cultuur waarin je geïnteresseerd bent. Kies eventueel nu al, of anders aan het eind van de les één subthema. Begin met BRAINSTORMEN: maak een heleboel kleine schetsen op 3 x a4 of op 1 x a2. Schrijf bij elk idee ook in woorden op waar je aan denkt / maak een mindmap. 

 

2: Verzamel plaatjes uit tijdschriften die met het thema/subthema/de door jouw gekozen cultuur + je eigen cultuur te maken hebben, en maak hiervan een collage op 50 x 65 cm. Schrijf bij elke stap heel nauwkeurig op HOE en WAAROM je tot bepaalde keuzes bent gekomen ( dat stop je in je logboek - zie aanwijzingen t.a.v. logboek). Formuleer vragen naar aanleiding van deze collage die als uitgangspunt dienen voor verder theoretisch onderzoek. Geef hierbij ook trefwoorden aan die je gebruikt voor het opzoeken van informatie.

 

3: Verzamel aan de hand van vragen die je gemaakt hebt naar aanleiding van je collage,  informatie uit boeken; tijdschriften; internet; tv; krant; enz over de andere cultuur die je gekozen hebt + over het subthema dat je gekozen hebt)

 

4: Kies een kunstvoorwerp uit van de andere cultuur die je gekozen hebt, en maak een beeldanalyse. Voeg dit toe aan je kunstdossier/logboek.

 

5: Maak een tussentijdse, globale planning voor de rest van de tijd.

 

6: Nu begin je met het maken van schetsen/tekeningen die te maken hebben met de andere cultuur en het subthema dat je gekozen hebt. Kijk goed naar vormen, kleuren, constructies, bewerkingen, functies, betekenis enz. van voorwerpen uit de andere cultuur en vergelijk die evt. met vormen, kleuren enz. van voorwerpen uit je eigen cultuur. Maak veel verschillende ontwerpen. Bedenk daarbij wel, dat je het straks in werkelijkheid moet gaan uitvoeren. Het object heeft een symbolische functie (heeft het een bepaalde waarde of betekenis, of dient het als uitdrukking van een bepaald idee of gevoel). Pas je planning aan.

 

7: Nu ga je het ontwerp uitvoeren: maak eerst wat werktekeningen, en doe een aantal proeven ( van vorm, materiaal, techniek, kleur), zodat je gericht aan je eindontwerp kunt beginnen.  Let erop dat het nieuwe object wel een vanzelfsprekende eenheid vormt: dat kun je bereiken door stileren, vereenvoudigen, eenheid in kleur, materiaal,techniek te gebruiken….maar het moet ook weer niet te saai worden, dus houd ook rekening met een bepaalde spanning bijvoorbeeld door contrastwerking in vorm, kleur, materiaal, bewerking enz. Maak een definitieve planning voor de rest van de tijd.

 

8: Maak een eindverslag bij je opdracht en bedenk hoe je je werk wilt presenteren. In het eindverslag moet je aangeven hoe je zelf vindt dat je werk gegaan is. ( sterke en zwakke punten t.a.v. proces + product) 

 

NB de bovenstaande stappen kunnen eventueel in overleg met de docent in een andere volgorde gemaakt worden: daarvoor dien je dan inhoudelijke argumenten aan te geven waarom je van de bovenstaande volgorde af wilt wijken.

 

 

Terug naar onderwerpen: Hofcultuur        Terug naar onderwerpen: Burgerlijke cultuur            Terug naar Kunst Beeldend opdrachten