Kunst en cultuur

 

Karakteristiek

 

In het leergebied ‘Kunst en cultuur’ verdiepen en verbreden leerlingen hun kennismaking met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld en verkennen daarin hun eigen (productieve) mogelijkheden. Ook leren zij oog te krijgen voor de culturele en kunstzinnige diversiteit in de samenleving. Het sluit aan op de kerndoelen van het leergebied ‘Kunstzinnige oriëntatie’ van het basisonderwijs. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs ontleent het leergebied zijn inhouden in de eerste plaats aan de kunstzinnige disciplines (beeldende vakken: handenarbeid, tekenen, textiele werkvormen en audiovisuele vorming, en muziek, dans en drama). Er zijn relaties te leggen met andere vak- en leergebieden, met name met Nederlands en Mens en maatschappij maar ook met elementen uit wiskunde, Engels en Mens en natuur.

 

De leerlingen ontwikkelen vaardigheden in het gebruik van verschillende technieken. Ook ontwikkelen zij het vermogen om daarbij gebruik te maken van mogelijkheden die de verschillende kunstzinnige disciplines bieden. Daarbij worden verschillende functies verkend: het uitdrukken van eigen gevoelens en ervaringen, het vorm geven aan verbeelding en het leren communiceren door middel van beeld, geluid en (lichaams)taal. De leerlingen leren ook om hun kunstzinnig werk op een toegankelijke wijze te presenteren aan anderen. ICT kan hierbij als hulp- en communicatiemiddel gebruikt worden.

 

Naast het zelf vormgeven is ook het kennismaken met de kunstzinnige en culturele uitingen van anderen van belang. Dat geldt voor het werk van medeleerlingen, maar ook voor dat van professionele kunstenaars. Dit wordt met behulp van schriftelijke, visuele en auditieve middelen vast gelegd in het kunstdossier. Leerlingen leren op exemplarische wijze kunst te begrijpen en te waarderen. Tot het leergebied behoort in de basisvorming ook een in het programma ingebedde kennismaking met museum, concertzaal, filmzaal en theater. Doel is daarbij alle leerlingen in elk geval kennis te laten maken met verschillende professionele uitingen. Door voorbereiding van de bezoeken en de verwerking van de ervaringen ermee op school worden de bezoeken in het perspectief geplaatst van de doelen van het leergebied.

 

In het concrete onderwijsaanbod aan leerlingen kunnen de leerinhouden van het leergebied op verschillende manieren worden geordend: in één samenhangend leergebied, in afzonderlijke vakken, als onderdeel van projecten of in mengvormen daarvan. In alle varianten is een brede oriëntatie op kunst en cultuur het doel.

 

Kerndoelen

 

1.       De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden (technieken en middelen) de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om er eigen gevoelens mee uit te drukken, ervaringen mee vast te leggen, verbeelding mee vorm te geven en communicatie mee te bewerkstelligen.

 

2.       De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen waaronder kunstenaars.

 

3.       De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren.

 

4.       De leerling leert, op grond van enige kennis van en inzicht in aspecten als vorm, structuur, ritme, betekenis en achtergrond, te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- en filmvoorstellingen en bezoekt daartoe in ieder geval één tentoonstelling, één concert en één theater- of dans- of filmvoorstelling.

 

5.       De leerling leert, met behulp van visuele en auditieve middelen, verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten (als toeschouwer en als deelnemer). Het verslag wordt vastgelegd in het kunstdossier.

 

Home                   terug naar beeldende vorming