OPDRACHT Kunst Beeldend BIJ SUBDOMEIN 6: MASSACULTUUR

A: opdrachten Kunst beeldend in relatie tot thema De Stad (CKV ) en onderwerp Massacultuur (Kunst Algemeen)

 

 

 

1

 
INVALSHOEK 1: KUNST EN RELIGIE - OPDRACHT 1: STADSBEELDEN/ DE STAD IN BEELD GEBRACHT - 2 DIM. AUTONOOM

TREFWOORDEN: VAN ATGET TOT MONDRIAAN, VAN FOTOGRAFIE TOT GRAFFITI. Maak een reeks impressies / beelden van een stad waar je geweest bent, en die grote indruk op je gemaakt heeft. Keuze uit: fotografie, tekenen/schilderen. Daarin dien je jouw uitgangspunt, visie op de stad zichtbaar te maken (en dat is dus meer dan een sfeerimpressie alleen !)

INSPIRATIEBRONNEN: Mondriaan, Monet, Canaletto, Keith Haring, Atget, Steichen, Nan Goldin, allerlei bronnen die bij deze invalshoek van CKV 2 horen, enz.

 

 

 

 

 

INVALSHOEK 2: KUNST EN ESTHETICA - OPDRACHT 2: STEDEBOUW/STADSPLANNING/ARCHITECTUUR - 2 & 3 DIM. VORMGEVING

TREFWOORDEN: VAN KRIER TOT MEIER, TOT GRAVES; TUSSEN NOSTALGIE - MODERNISME EN POSTMODERNISME.

2

 
Maak een ontwerp voor een nieuw woon/werkgebied in het hart van een grote stad. Om dot te kunnen maken, dien je een aantal nieuwe en oude stedebouwkundige ontwerpen te bestuderen (m.b.v. thema's 6 vwo - kunstgeschiedenis). Daarbij maak je twee -dimensionale ontwerpen en je maakt van 1 gebouw een ruimtelijke uitwerking.

INSPIRATIEBRONNEN: Leon en Rob Krier, Aldo Rossi, Le Corbusier, Ludwig Mies von der Rohe, Berlage, Michael Graves, Richard Meier, Frank Gehry, Rem Koolhaas maar ook: architectuurnota's van steden, allerlei bronnen die bij deze invalshoek van CKV 2 horen.

 

 

 

 

 

INVALSHOEK 3: KUNSTENAAR & OPDRACHTGEVER - OPDRACHT 3: RECLAME / STRAATMEUBILAIR - 2 / 3 DIM. VORMGEVING

TREFWOORDEN: VAN  BENETTON TOT BERLAGE; AANGEPAST OF ONGEPAST ?!

3

 
Maak een serie reclameposters voor een stad die je onder de aandacht wilt brengen, je dient daarbij ook een strategie te bepalen, hoe/op welke manier je jouw doelgroep(en) wilt bereiken. Of: Maak een reeks ontwerpen voor nieuw straatmeubilair in een stad van jouw keuze, waarbij je je aanpast of juist afzet tegen de omgeving waarin dit meubilair geplaatst wordt. Van een van de ontwerpen maak je een ruimtelijke uitwerking.

INSPIRATIEBRONNEN: Olivier Toscani (Benetton fotograaf); reclame op straat , tv, tijdschriften enz.; Berlage, Schabracq en Postma, Philippe Starck, allerlei bronnen die bij deze invalshoek van CKV 2 horen

 

 

 

 

 

INVALSHOEK 4: KUNST EN VERMAAK - OPDRACHT 4: FUNSHOPPEN ?: OP ZOEK NAAR DESIGN-GADGETS MET EEN NIEUWE FUNCTIE.

TREFWOORDEN: VAN OPBLAASVAAS TOT DESIGN-COMPUTERS. NIEUWE MATERIALEN, EXPERIMENTELE VORMGEVING, EEN NIEUWE VISIE OP VORMGEVING VAN ALLEDAAGSE OBJECTEN.

4

 
Maak een reeks nieuwe ontwerpen voor de vormgeving van een door jou gekozen alledaags object, waarbij je het beste ontwerp ruimtelijk uitvoert. Dat alledaagse object kan van alles zijn: van meubilair tot hoofdbedekkingen; van apparatuur tot (de nieuwe vormgeving van) rugzakken. Daarbij dien je het produkt dat je maakt zo vorm te geven dat mensen het van dichtbij willen bekijken en meteen willen kopen: qua kleur, materiaal, vormgeving en presentatie dien je hierop in te spelen.

INSPIRATIEBRONNEN: Eigen funshop-ervaringen, designwinkels, boeken, tijdschriften internet, ontwerpers als Philippe Starck, Memphis, Alessi, Droog Design en allerlei bronnen die bij deze invalshoek van CKV 2 horen enz.

 

 

 

 

 

INVALSHOEK 5: KUNST, WETENSCHAP EN TECHNIEK- OPDRACHT 5: NIEUWE VORMEN VAN VERVOER / TRANSPORT IN EN NAAR STEDEN - 2 & 3 DIM. VORMGEVING

TREFWOORDEN: NOG SNELLER DAN DE ELECTRONISCHE SNELWEG ?!

5

 
Maak een nieuw vervoermiddel waarmee je in de toekomst problemen als files kunt ontlopen, ontfietsen, ontvliegen. Daarbij gaat het om werkelijk originele ideeen. Je dient daarvoor een concept te ontwikkelen dat gebaseerd is op een inventarisatie van problemen met de diverse hedendaagse vormen van transport. Van daaruit ga je ontwerpen maken die uitgesproken (aero-)dynamisch zijn. Van het beste ontwerp maak je een ruimtelijke uitwerking.

INSPIRATIEBRONNEN: van Futuristische bouwsels, tot de vormgeving van racewagens, de TGV's, Vliegtuigen, raketten maar ook fietsen, de uitrusting van wielrenners, zwemmers, allerlei bronnen die bij deze invalshoek van CKV 2 horen enz.

 

 

 

 

 

INVALSHOEK 6: KUNST INTERCULTUREEL 6 - OPDRACHT 5: STREETWISE (MODE VAN DE STRAAT)  2 & 3 DIM. VORMGEVING

TREFWOORDEN: VAN HIPPIE TOT HIPHOP TOT HYPE. EEN MIX VAN STIJLEN ( VAN RETRO TOT FUTURISTISCH), VAN CULTUREN (VAN SUBCULTUREN TOT FOLKLORE), DIE TOT EEN EIGEN LOOK LEIDEN: STREETWISE.

Maak een reeks ontwerpen voor een nieuwe mode-lijn die geïnspireerd is op wat je in de stad aan invloeden ziet. Verwerk gebruikte kleding (2e hands) op een nieuwe manier, waarbij je eventueel nieuwe materialen, accessoires kunt toevoegen. Om dit te kunnen maken dien je diverse kledingstijlen, culturen te bestuderen/ analyseren.

6

 
INSPIRATIEBRONNEN: Jean Paul Gaultier, Martin Margiela, Vivienne Westwood, Viktor & Rolf, Walter van Beirendonck, DE STAD,en allerlei bronnen die bij deze invalshoek van CKV 2 horen enz.

 

 

 

Stappenplan:

1: Kies een opdracht uit bovenstaande 6 waarin je het meest geïnteresseerd bent. Begin met BRAINSTORMEN: maak een heleboel kleine schetsen op 3 x a4 of op 1 x a2. Schrijf bij elk idee ook in woorden op waar je aan denkt / maak een mindmap. 

 

2: Verzamel plaatjes uit tijdschriften die met het thema 'de stad' & met de door jouw gekozen opdracht te maken hebben, en maak hiervan een collage op 50 x 65 cm. Schrijf bij elke stap heel nauwkeurig op HOE en WAAROM je tot bepaalde keuzes bent gekomen ( dat stop je in je logboek - zie aanwijzingen t.a.v. logboek). Formuleer vragen naar aanleiding van deze collage die als uitgangspunt dienen voor verder theoretisch onderzoek. Geef hierbij ook trefwoorden aan die je gebruikt voor het opzoeken van informatie.

 

3: Verzamel aan de hand van vragen die je gemaakt hebt naar aanleiding van je collage,  informatie uit boeken; tijdschriften; internet; tv; krant; enz over de opdracht die je gekozen hebt

 

4: Kies een kunstvoorwerp ( autonoom of toegepast) uit dat past bij het thema + de door jou gekozen opdracht en maak een beeldanalyse. Voeg dit toe aan je logboek.

 

5: Maak een tussentijdse, globale planning voor de rest van de tijd.

 

6: Nu begin je met het maken van schetsen/tekeningen die te maken hebben met de door jou gekozen opdracht. Kijk goed naar vormen, kleuren, constructies, bewerkingen, functies, betekenis enz. van kunstvoorwerpen/ design/ architectuur die verwant is aan de door jou gekozen opdracht/uitwerking. Maak veel verschillende ontwerpen. Bedenk daarbij wel, dat je het straks in werkelijkheid moet gaan uitvoeren. Het object heeft een toegepaste functie en/of symbolische functie (heeft het een bepaalde waarde of betekenis, of dient het als uitdrukking van een bepaald idee of gevoel). Pas je planning aan.

 

7: Nu ga je het ontwerp uitvoeren: maak eerst wat werktekeningen, en doe een aantal proeven (van vorm, materiaal, techniek, kleur), zodat je gericht aan je eindontwerp kunt beginnen.  Let erop dat het nieuwe object wel een vanzelfsprekende eenheid vormt: dat kun je bereiken door stileren, vereenvoudigen, eenheid in kleur, materiaal,techniek te gebruiken….maar het moet ook weer niet te saai worden, dus houd ook rekening met een bepaalde spanning bijvoorbeeld door contrastwerking in vorm, kleur, materiaal, bewerking enz. Maak een definitieve planning voor de rest van de tijd.

 

8: Maak een eindverslag bij je opdracht en bedenk hoe je je werk wilt presenteren. In het eindverslag moet je aangeven hoe je zelf vindt dat je werk gegaan is. ( sterke en zwakke punten t.a.v. proces + produkt) 

 

NB de bovenstaande stappen kunnen eventueel in overleg met de docent in een andere volgorde gemaakt worden: daarvoor dien je dan inhoudelijke argumenten aan te geven waarom je van de bovenstaande volgorde af wilt wijken

 

Doelstellingen van de opdracht.

Leren:

·          Thematisch + procesmatig te werken

·          Verzamelen van gegevens over het thema

·          Ontwikkelen van ideeën voor beeldende oplossingen

·          Ontwerpen / vormgeven

·          Werken met een logboek ( = bovengenoemde onderdelen kunnen beschrijven in een procesverslag)

·          Beeldend onderzoek doen ( m.b.v. schetsen, collages, proeven, experimenten)

·          Presenteren

·          Evalueren ( van proces en produkt )

·          Zelfstandig te leren/ zelfstandig te werken

 

Bij de beoordeling(en) wordt gekeken naar:

-          Beeld + Vormgeving ( + breed / met diepgang )

-          Materialen + Technieken

-          Proces ( kwaliteit + mate van zelfstandigheid + is het op tijd afgerond)

-          Inhoud ( logboek + eindverslag)

-          Eindwerk ( eindprodukt + presentatie )

 

terug naar massacultuur -           terug naar CKV 3 opdrachten