Ontwikkelingen in de FILM in de cultuur van het moderne

Deze tekst is onder andere gebruikt als basis voor de inleidende les over film in de cultuur van het moderne.

Bron: History of film – David Parkinson

 

Belangrijke ontwikkelingen in de film in de moderne tijd:

-          Montage: Eisenstein – Pantserkruiser Potemkin (met daarin de Odessa Steps)

-          Films van Charles Chaplin: Modern Times – The great dictator

-          Film als propaganda: Leni Riefenstahl – Triumph des Willens

-          Filmische Experimenten: Man Ray, Bauhaus

-          Cinematografie: door bijv. Orson Welles

-          Suspense: door bijv. Alfred Hitchcock

-          Method-acting: door bijv. Marlon Brando

-          Hollywood filmproducties/ musicalfilms: bijv. Top Hat

 

Serge Eisenstein: the Odessa steps  uit: Pantserkruiser Potemkin – 1925

Serge Eisenstein, litouws van geboorte, werd opgeleid tot ingenieur voordat hij het Russische Rode leger in ging tijdens de burgeroorlog (1918 – 22). In deze tijd ontwierp hij agit-prop (politieke) posters en hij hielp de ‘drama/theater’-troepen spelen. Na de oorlog, werd hij decorontwerper bij het Proletkult theater, waar hij zijn artistieke vader Meyerhold ontmoette. Hij leerde van hem hoe je in film, stijl kunt combineren met improvisatie.

Eisenstein zag montage als een proces dat volgens de marxistische theorie werkte. Deze theorie zag de geschiedenis en de menselijke ervaring als reeksen van conflicten waarbij je actie en reactie opgelost zag in een samenvoeging van beiden. Montage geeft de film zijn dynamiek. Eisenstein nam voor het storyboard, Japanse calligrafie-tekens als voorbeeld ( mond = zingen, enz). Dit werd dus een heel grafisch en tekenachtig beeld dat je per shot uitgewerkt ziet. Al deze tekens samen vormen de betekenis.

Volgens Eisenstein zijn er vijf verschillende soorten montage:

- Metrische montage wordt bepaald door de duur van een shot, en niet de inhoud. 

- Ritmische montage neemt wel de inhoud als uitgangspunt voor de montage, maar legt als het ware bepaalde klemtonen.

- Tonale montage heeft textuur of een emotioneel gevoel als uitgangspunt voor de montage

- Overtonale montage was een synthese van metrische, ritmische en tonale montage

- De intellectuele montage: daarmee hield Eisenstein zich het meeste bezig: dit ontstaat door verschillende, inhoudelijk van elkaar losstaande shots, op een zodanige manier te verbinden dat er een statement gedaan wordt of er uitdrukking gegeven wordt aan abstracte ideeen. Dit laatste paste natuurlijk heel erg in de tijdgeest & omgeving waarin Eisenstein werkte: het Rusland na de revolutie in 1917. Hij was dus heel erg aan het zoeken hoe hij het communistische gedachtegoed in zijn films over kon brengen.

 

In de Odessa steps, zie je hoe hij de momenten van een persoonlijke tragedie laat zien (de moeder die doodgeschoten wordt tijdens de revolutie van 1905, en deze moeder laat de kinderwagen met haar baby los zodat deze van de trappen dendert) gecombineerd met een documentair realistische stijl. Eisenstein dwingt op deze manier de kijker om zowel mee te voelen met de moeder als ooggetuigen te zijn van deze gebeurtenis. Hij gebruikt daarbij afwisselend: close-ups en long shots, hij toont het afwisselend vanuit objectieve en subjectieve standpunten; hij gebruikt vervormde lenzen, wisselt van tempo, en hij gebruikt bewegende en statische shots. Hierdoor ontstaat een ritme (ook nog versterkt door de locatie: een trap) waarbij je bij de eerste beelden al bijna weet en voelt hoe het (slecht) af zal lopen.

 

Charles Chaplin:

·          belangrijke filmmaker door satire, spot, parodie op maatschappij

·          vereenzelvigt zich met het zwerverstype in zijn vroege films

·          later maakt hij: Modern Times – met een parodie op de moderne verworvenheden in de economie en de massacultuur

·          The Great Dictator is een bijtende satire op de tweede wereldoorlog. Chaplin speelt een dubbelrol en is zowel een joodse kapper als de dicator.

 

 

Home                    terug naar de cultuur van het moderne