RUIMTE laten en KUNST bieden

Een reactie op de nota van het Ministerie van O,C&W Ruimte laten en keuzes bieden (2003)

samenwerkingsberaad kunstvakken

-------------------------------------------------------------------------------

 

1 RUIMTE LATEN EN KUNST BIEDEN

 

Het sbkv, het samenwerkingsberaad van de kunstvakken, vertegenwoordigt de zes vakinhoudelijke lerarenverenigingen van de beeldende vakken, audiovisuele vorming, dans, drama en muziek. Zij bieden hierbij een gezamenlijke reactie aan op de nota Ruimte laten en keuzes bieden.

 

Wij onderschrijven de uitgangspunten van de nota van harte, maar maken ons ernstig zorgen over de plannen  voor het profiel cultuur en maatschappij, die een streep halen door het kunstvak ckv2,3, het verplichte culturele kernvak. Dit vak wordt in de voorstellen versnipperd in deelvakken, waardoor inhoud en intentie fundamenteel worden aangetast en het vak voor leerlingen en docenten zijn relevantie en aantrekkelijkheid zal verliezen. Bovendien wordt voorgesteld het facultatief aan te bieden naast drie andere vakken.

 

Wij wensen daarom dat de minister de nota op de volgende punten aanpast.

 

·      In het profiel cultuur en maatschappij komt een kernvak kunst, dat zowel uit theorie als praktijk bestaat. De theorie is de cultuurgeschiedenis van de kunsten, het huidige programma ckv2.

De functie van de praktijk wordt hierna nader omschreven.

Er wordt niet voorgeschreven hoeveel uur binnen het vak aan theorie of praktijk besteed moet worden.

Totale urenaantal voor het vak kunst is conform de andere profielvakken: vwo 480, havo 320.

 

·      Evenals de andere profielvakken krijgt het vak kunst een centraal examen. Daarin wordt de cultuurgeschiedenis van de kunsten getoetst via de door de CEVO vastgestelde eindexamens.

 De praktijk van het vak kunst wordt afgesloten met een schoolexamen.

Weging: centraal examen theorie 50%, schoolexamen praktijk 50%

 

·      Scholen kunnen zelf bepalen of ze het praktijkgedeelte van het profielvak kunst aanbieden in één kunstvak of in meer kunstvakken.

 

·      In het vrije deel komt een vak met het huidige programma van ckv3, met dezelfde functie als de vakken voortgezette wiskunde of voortgezette natuurwetenschappen. Het vak krijgt dan ook de werktitel  voortgezette kunstvakken en kan door de school worden ingevuld met beeldende vormgeving, dans, drama of muziek. Deze vakken behouden hun eigen herkenbare naam.

Het vak wordt afgesloten met een schoolexamen.

Het urenaantal is conform de andere vakken in de vrije ruimte: vwo 440, havo 320

 

·      De kunstvakken krijgen een herkenbare naam, zodat iedereen in Nederland weet dat kunstvakken onderwijsvakken zijn. Geen ckv2,3 maar kunst. Geen ckv3 maar beeldende vormgeving, dans, drama en muziek. Alleen het ingeburgerde ckv1 kan de naam culturele en kunstzinnige vorming behouden.

 

 

Inhoud, kwaliteit en positie van de kunstvakken zijn in dit voorstel veilig gesteld. Bovendien heeft het profiel weer een verantwoord cultureel kernvak, zodat het met recht de naam cultuur en maatschappij mag dragen.

 

Ons voorstel wijkt in structuur weinig af van het plan uit de nota Ruimte laten en keuzes bieden. Het is echter  veel minder ingrijpend voor scholen en docenten. In de examenprogramma’s hoeft nauwelijks iets gewijzigd te worden.

 

Ons voorstel lost knelpunten op zonder de geloofwaardigheid van het profiel aan te tasten. Het neemt overladenheid weg door minder regels voor te schrijven. Scholen en docenten krijgen meer ruimte en kunnen aansluiten bij de belangstelling en affiniteit van de individuele leerling.

 


2 KUNSTVAKKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

 

Sinds de invoering van de Mammoetwet hebben de beeldende vakken en muziek zich in Nederland ontwikkeld tot bloeiende examenvakken in het voortgezet onderwijs. De eindexamens die in de afgelopen vijfentwintig jaar ontstonden, zijn tot ver over de grenzen beroemd en gelden als voorbeeld en inspiratiebron voor kunstvak-docenten in Europa en de Verenigde Staten. Voor de tweede fase is een nieuw examenvak ontworpen als opvolger van de bestaande kunstvakken: culturele en kunstzinnige vorming ckv2,3. Het is het kernvak van het profiel cultuur en maatschappij.

 

De examens van ckv2,3 kregen de nodige aandacht in de pers. Over het vwo-examen van 2002 schreef Kees Fens een lovend stuk in de Volkskrant, waarbij hij alleen kritiek heeft op de naam:

“… de naam van het vak, Culturele en kunstzinnige vorming, kan de verschrikkelijkste panculturele en creatieve bijgedachten oproepen (Het woord ‘kunstzinnig’, dat ook altijd uit de verkeerde monden komt, ik haat het). Terwijl zich aan het examen laat aflezen hoe verantwoord en wetenschappelijk het vak wordt gedoceerd. En hoe er voor geleerd moet worden, in de mooie zin van dat rijke woord.”

 

Ckv2,3 ontwikkelt zich tot een interessant en sprankelend vak, dat inmiddels al op 50% van de scholen vorm krijgt. Voor leerlingen is het een essentieel en verrijkend cultuurvak tussen vakken die overwegend talig of wiskundig georiënteerd zijn. Kunstvormen spreken op een directe manier zowel het intellect als de emotie aan. Ze maken de cultuur van heden en verleden op een levendige manier toegankelijk.

 

Ckv2,3, dat in 1997 als verplicht kernvak in de wet is vastgelegd, bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Ckv2 is het theoretisch gedeelte. Het is cultuurhistorisch van aard en is gericht op het functioneren van de kunsten in de samenleving. De plaats en rol van de kunsten worden vanuit verschillende invalshoeken in een historische context bestudeerd. Het vak beperkt zich niet tot beeldende kunst en muziek, maar omvat eveneens dans en drama. De examens met beelden, muziek, dans, film en tekst worden op cd-rom uitgebracht. Het waren de eerste eindexamens in Nederland die met behulp van de computer werden afgenomen. Fens schrijft:

“ Het mooie is, dat de leerlingen in één vak leren kijken, luisteren, lezen. De verschijnselen waarin zich een cultuur uit, worden in samenhang - en in samenhang met de maatschappij en politiek natuurlijk - behandeld.” 

 

Ckv3 is het praktische deel van het kunstvak. Leerlingen werken in de kunstdiscipline die de school aanbiedt. Dat kan beeldende vormgeving, muziek, dans of drama zijn. Zij ervaren al doende het proces van verbeelding en vormgeving, analoog aan dat van schilders, beeldhouwers en ontwerpers, componisten en musici, choreografen en dansers, regisseurs en acteurs. Dit zijn essentiële ervaringen en leerprocessen binnen een profiel dat zich richt op cultuur en maatschappij. Behalve praktijk omvat ckv3 ook de vaktheorie en de geschiedenis van de kunstdiscipline die de school aanbiedt.

 

3 NOTA VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

 

3.1 Voorstel van de minister

 

In de nota Ruimte laten en keuzes bieden formuleert de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voorstellen tot wijziging van de invulling van de tweede fase. Het voorstel is om binnen de bestaande structuren zoveel mogelijk ruimte te scheppen voor eigen keuzes van scholen, docenten en leerlingen. Ook wil de minister problemen van versnippering en overladenheid oplossen. Voor het profiel cultuur en maatschappij worden deze uitgangspunten ingevuld door het volgende wijzigingsvoorstel:

 

huidig profiel c&m havo

voorstel OCenW havo

huidig profiel c&m vwo

voorstel OCenW vwo

2e moderne vreemde taal

2e moderne vreemde taal

wiskunde A1

wiskunde CM

ckv2,3

cultuurvak: keuze uit ckv2, ckv3, geschiedenis of filosofie

ckv2,3

cultuurvak: keuze uit ckv2, ckv3, geschiedenis,   filosofie, latijn of grieks

geschiedenis

maatschappijvak: keuze uit aardrijkskunde, geschiedenis of maatschappijleer

geschiedenis

maatschappijvak: keuze uit aardrijkskunde,  geschiedenis of maatschappijleer

wiskunde A1

 

filosofie of moderne vreemde taal

 

economie 1

 

moderne vreemde taal

 

                               

 

3.2 Consequenties voor de kunstvakken

 

Op het eerste gezicht lijkt het voorstel uit de nota Ruimte laten en keuzes bieden gunstig voor de kunstvakken. De onderdelen ckv2 en ckv3 krijgen immers beide meer uren. Maar door ckv2,3 te splitsen wordt de essentie van dit vak ontkend: ckv2,3 is als één geheel ontworpen. De essentie is dat leerlingen zelf leren en ervaren hoe beelden, muziek, dans- en dramavoorstellingen tot stand komen, waardoor ze de inhoud van kunst leren  doorgronden. Als de praktijk van ckv3 wordt losgekoppeld van het cultuurhistorische ckv2 verliest het profiel een uniek kernvak, dat juist door de combinatie aantrekkelijk is voor leerlingen en docenten.

 

“…ook het C&M profiel moet voldoen aan de eisen van abstractie, denkdiscipline en algemene ontwikkeling om een goede voorbereiding te zijn op een universitaire studie.” (brief d.d. 20 februari 1997, VSNU 97/278 U)

Uit vrees hier niet aan te voldoen besloot de staatssecretaris van OC&W dat ckv2,3 meer theoretisch moest worden en dat de theorie niet over één, maar over alle kunsten moest gaan. Het gedeelte ckv3 werd zonder deze algemene theorie niet doorstroomrelevant gevonden en zou dus alleen maar een plaats in het vrije deel kunnen krijgen. Het heeft geen centrale examens die de kwaliteit van theorie en praktijk waarborgen en het wekt dan ook verbazing dat het in de nota van het ministerie nu wél als profielvak wordt aangeboden.

 

In het voorstel uit de nota wordt de ontwikkeling van een nieuw, door het ministerie geïnitieerd kunstvak voor de tweede fase volledig teruggedraaid. Het verplichte kernvak van het profiel, ontworpen als combinatie van theorie en praktijk en goedgekeurd door het hoger onderwijs en de tweede kamer, wordt in de huidige voorstellen in feite afgeschaft.

 

3.3  Andere oplossingen

 

Om de gewenste ruimte te scheppen wil de minister in de profielen het aantal verplichte vakken terugbrengen tot drie. Het profiel cultuur en maatschappij heeft nu vijf vakken. Er moeten dus twee vakken geschrapt worden. De minister stelt echter voor om vakken aan het profiel toe te voegen. Op vwo zijn dat klassieke talen, aardrijkskunde en maatschappijleer. Moderne vreemde talen gaan uit het profiel maar het kunstvak ckv2,3 wordt gesplitst in twee deelvakken. Zo staan er nu negen verschillende vakken in het vwo- profiel, terwijl het uitgangspunt was het aantal profielvakken te beperken.

 

Bij havo wordt behalve aardrijkskunde en maatschappijleer ook filosofie aan het profiel toegevoegd. Het complexe en versnipperende voorstel van het ministerie lijkt dan ook ontworpen te zijn om filosofie een plaats in het profiel te geven, zowel op havo als op vwo.

Gesteld wordt dat er geen andere modellen mogelijk zijn zonder de uitgangspunten in de nota aan te tasten. In de kunstvakken wordt geleerd dat voor een probleem altijd meer dan één oplossing mogelijk is.

 

huidige profiel c&m havo

huidige profiel c&m vwo

2e moderne vreemde taal

wiskunde A1

ckv2,3

ckv2,3

geschiedenis

geschiedenis

wiskunde A1

filosofie of moderne vreemde taal

economie 1

moderne vreemde taal

 

 

Met inachtneming van alle uitgangspunten van de nota ligt de volgende inperking voor de hand:

               

havo

vwo variant A

vwo variant B

vwo variant C

vwo variant D

2e moderne vreemde taal

wiskunde

wiskunde/filosofie

wiskunde

wiskunde

ckv2,3

ckv2,3

ckv2,3

ckv2,3/ filosofie

ckv2,3

geschiedenis

geschiedenis

geschiedenis

geschiedenis

geschiedenis/filosofie

 

Vwo-variant A ligt het meest voor de hand. Het profiel bestaat dan uit de vakken die nu al verplicht zijn: het culturele kernvak ckv2,3, het maatschappijvak geschiedenis en de vereiste wiskunde. Leerlingen kunnen aardrijkskunde, maatschappijleer, filosofie en klassieke talen in het vrije deel kiezen. De gewenste keuzevrijheid is gegarandeerd en het profiel blijft helder en herkenbaar.

 

 

4 VERANTWOORD, RELEVANT, HERKENBAAR

 

4.1 Een verantwoord profiel

 

De profielvakken moeten wezenlijk bijdragen aan de functie en intentie van het betreffende profiel. In het profiel cultuur en maatschappij dient een vak over kunst en cultuur daarom een prominente plaats in te nemen. Niet voor niets werd ckv2,3 in 1997 als verplicht kernvak in de wet opgenomen.

Het kunstvak onderscheidt zich, mits verantwoord ingevuld met zowel theorie als praktijk, duidelijk van geschiedenis, filosofie en klassieke talen, die heel goed naast kunst gekozen zouden kunnen worden. Maar deze andere vakken kunnen een profielvak over de kunsten niet vervangen.

“De kunsten tonen ons het verband tussen het zintuiglijk waarneembare en het geestelijke. De kunsten onderscheiden zich daarmee van bijvoorbeeld filosofie, die dit op een begripsmatige manier doet.”

(Peter Struycken, 2002)

 

4.2  Relevantie voor het vervolgonderwijs

 

Het kunstvak ckv2,3 is in de eerste plaats van betekenis voor de algemene ontwikkeling. Moderne onderwijspsychologische en didactische inzichten benadrukken dat in de huidige en toekomstige maatschappij niet alleen analytisch denken van belang is, maar ook divergent en creatief denken. Kunstvakken zijn bij uitstek disciplines waarin de traditionele aandacht voor logisch en convergent denken wordt aangevuld met andere vormen van intelligentie. Intellectuele arbeid op hoog niveau is gebaat bij het kunnen inzetten van een veelheid aan cognitieve vaardigheden. De kunstvakken kunnen daaraan een waardevolle bijdrage leveren.

 

Op websites van Nederlandse universiteiten zijn talloze vervolgstudies te vinden waarvoor een vak als ckv2,3  relevant is. De letterenfaculteiten bieden de (Europese) talen tegenwoordig vaak aan als een opleiding Taal en cultuur. De wijze waarop de cultuur in taal en in de kunsten vormgegeven wordt, krijgt een groot accent. De verschillende invalshoeken van waaruit in ckv2,3 naar cultuur gekeken wordt, sluiten aan bij ontwikkelingen van interdisciplinair onderzoek in de wetenschap.

 

Godgeleerdheid en wijsbegeerte hebben raakvlakken met ckv2,3, waarin religie en levensbeschouwing belangrijke invalshoeken zijn, evenals esthetica. Ckv2,3 is eveneens van belang voor de studie geschiedenis. Meer dan welke bron ook maken de kunsten het mogelijk om een genuanceerd beeld van het verleden te krijgen. Eerstejaars studenten kennen de mythologische en bijbelse verhalen niet meer en hebben geen inzicht in de cultuur van het christendom. Het vak ckv2,3 vult deze leemte en vormt zo een basis voor elke studie die met cultuur te maken heeft. Ook de kunstgeschiedenis in de vaktheorie van ckv3 draagt deze traditie op een aanschouwelijke manier over. Nicolaas Matsier schrijft over het belang van kennis over de godsdiensten als  fundament en drager van cultuur:

“De godsdienstige kennis is als sneeuw voor de zon verdwenen in dit snelst ontkerkelijkende land ter wereld. Het is weg. En dat is beslist een handicap als je iets van onze cultuur -  van taal, van literatuur, van beeldende kunst en muziek - wilt begrijpen.” (de Volkskrant 14 februari 2003)

 

De kunsten geven op een direct zichtbare en hoorbare manier toegang tot cultuur. Communicatie-opleidingen en media-informatiewetenschappen hebben daarom veel baat bij een vak als ckv2,3.

Daarnaast bereidt ckv2,3 uiteraard voor op specifieke kunstopleidingen, academies voor industriële vormgeving, architectuur en stedenbouwkunde en op studies als kunstgeschiedenis, muziekwetenschap, film- en theaterwetenschappen.

 

4.3 Een herkenbare naam

 

Plaats, positie en inhoud van de kunstvakken vormen voor ons de belangrijkste zorg. Maar de kunstvakken willen ook een duidelijke naam. Niemand is gelukkig met de afkorting ckv. Buiten het onderwijs en enkele culturele instellingen weten maar weinig mensen wat ckv betekent. Men weet niet eens meer dat kunst in Nederland een onderwijsvak is. Het schijnt dat zelfs op het ministerie nauwelijks begrepen wordt wat nu precies het verschil is tussen ckv1, ckv2 en ckv3. Docenten moeten de verschillen keer op keer aan leerlingen en collega’s uitleggen en de afkortingen leiden op scholen tot talloze administratieve problemen.

De kunstvakken moeten herkend worden, binnen en buiten de school. Namens alle kunstvakdocenten in Nederland pleiten wij dan ook voor nieuwe namen die iedereen begrijpt.

Voor het profiel pleiten wij voor de naam Kunst, kernvak van cultuur en maatschappij.

 

 

5 EEN ZINVOL EN HAALBAAR PLAN VOOR DE KUNSTVAKKEN

 

5. 1 Een kernvak kunst (voorheen ckv2,3)

 

De minister constateert overladenheid in het programma van ckv2 en stelt daarom voor om het profielvak te splitsen en voor het theoriedeel in plaats van 200 uur (vwo) 480 uur voor te schrijven. Op havo zou het vak 320 uur krijgen in plaats van de huidige 120 uur. Alle uren van het praktische deel ckv3 zouden dan aan theorie besteed moeten worden.

 

De overladenheid kan op een eenvoudige manier worden weggenomen door  scholen en docenten de vrijheid te geven om zelf te bepalen hoeveel uur zij aan theorie en praktijk willen besteden. Op vwo vervalt momenteel jaarlijks een van de zes onderdelen van het ckv2-programma. Er zijn docenten die geen extra uren nodig zouden hebben voor dat zesde onderdeel. Anderen willen misschien juist meer tijd aan de theorie besteden. Vooral op havo zal het urenaantal dat nodig of gewenst is voor de theorie variëren. De rest van de tijd kan worden besteed aan praktijk. De vaktheorie van ckv3 vervalt in dit voorstel, waardoor docenten meer ruimte krijgen om het vak in te richten zoals zij dat nodig vinden.

Het profielvak kunst bestaat dus uit theorie en praktijk. De theorie omvat het ckv2-programma. De vaktheorie van ckv3 vervalt.

 

De praktijk van het profielvak kunst is algemeen vormend. Leerlingen hoeven geen speciale affiniteit met een  kunstdiscipline te hebben of over specifieke talenten te beschikken. Het gaat niet in de eerste plaats om fraaie  resultaten, maar om het ontwikkelen van artistieke intelligentie. De praktijk heeft een eigen dimensie: leerlingen leren denken vanuit een artistiek medium en ontdekken hoe de materie bepalend is voor de zeggingskracht. Door je al doende te verdiepen in bijvoorbeeld een schilderkunstige of muzikale structuur worden de inhoud en de meerwaarde van de kunstvorm pas echt duidelijk.

Scholen moeten de vrijheid krijgen om te kiezen of ze de praktijk van het profielvak door één of door meer kunstvakken laten invullen.

 

De praktijk van het profielvak kunst wordt afgesloten met een schoolexamen. Het theoriedeel moet evenals de andere profielvakken een centraal examen krijgen. Beide onderdelen tellen even zwaar.

 

5.2 Het vak ckv3

 

De minister wil nadrukkelijk tegemoetkomen aan leerlingen met speciale belangstelling of talent voor een kunstdiscipline. Dit zijn soms leerlingen uit het profiel cultuur en maatschappij die zich voorbereiden op een vervolgopleiding in de kunsten, maar ook bèta-leerlingen die bijvoorbeeld industriële vormgeving, architectuur of stedenbouwkunde willen studeren. En er zijn leerlingen die graag tekenen, ook al gaan ze rechten studeren. Of die gevoel hebben voor muziek, dans of drama en zich daarin willen specialiseren.

Daarom stellen wij voor in de vrije ruimte een vak ckv3 op te nemen met dezelfde functie als de vakken voortgezette wiskunde of voortgezette natuurwetenschappen.

 

Dit voortgezette kunstvak in het vrije deel behoudt dus het ckv3-programma inclusief de vaktheorie van de kunstdiscipline die de school als voortgezet kunstvak aanbiedt. Leerlingen die kunst als profielvak hebben krijgen in de vrije ruimte de kunstbeschouwing, muziektheorie, dans- of theatergeschiedenis die uit het profielvak verdwenen is. Er is dus geen overlap met de theorie uit het profielvak kunst.

In de bestaande ckv3-programma’s hoeft niets gewijzigd te worden. Alleen de naam ckv3 verdwijnt.

 

6  CKV 1

 

Het valt op dat in de discussie ckv1, het vak in het gemeenschappelijk deel waarin leerlingen naar het museum gaan en concerten en theatervoorstellingen bezoeken, vaak gebruikt wordt om het belang van het profielvak ckv2,3 te relativeren. In de nota wordt geredeneerd dat ckv2,3 geen verplicht profielvak kan zijn omdat “…de gewenste kunsteducatie voor alle leerlingen is gegarandeerd, want ckv1 wordt nadrukkelijk gehandhaafd in het gemeenschappelijke deel.”

Maar de concrete cultuurparticipatie van ckv1 gedijt alleen in een school waarin de kunsten een serieuze plaats hebben, met dezelfde positie als de andere schoolvakken.

 

Het samenwerkingsberaad heeft het volgende standpunt over cvk1:

.Alle domeinen van het huidige programma moeten gehandhaafd blijven. Scholen en docenten moeten zelf kunnen bepalen hoe zij de tijd over de verschillende domeinen verdelen.

.Leerlingen die een klassieke taal kiezen, mogen in plaats van ckv1 het vak kcv blijven volgen als zij de taal tussentijds laten vervallen. Voor atheneumleerlingen die geen klassieke taal kiezen kan ckv1 niet vervangen worden door kcv.

.De naam culturele en kunstzinnige vorming kan voor ckv1 gehandhaafd blijven.

 

7  HISTORIE

 

Tot op heden is de invoering van het vak ckv2,3 door het ministerie om onverklaarbare redenen voortdurend  vertraagd en uitgesteld. Een examenprogramma met theorie en praktijk was in 1996 goedgekeurd door het vervolgonderwijs “Met de voorstellen voor de vakken aardrijkskunde en maatschappijleer kan de VSNU van harte instemmen. Hetzelfde geldt voor de programma’s culturele en kunstzinnige vorming, klassieke talen en klassieke culturele vorming.”  (16 februari 1996 kenmerk VSNU 96/409 U) maar werd vlak voor de behandeling in de tweede kamer door het ministerie gewijzigd en daarna door de toenmalige staatssecretaris afgewezen. Zij wilde het kunstvak in het profiel vervangen door filosofie. De tweede kamer wilde het kunstvak in het profiel houden, wat alleen werd toegestaan als er een nieuw, meer theoretisch programma zou komen. Dat ontstond in nauwe samenwerking met het ministerie, om de doorstroomrelevantie voor met name het wetenschappelijk onderwijs te waarborgen.

 

Hoewel het nieuwe programma op tijd werd aangeboden, werd voor een jaar een overgangsregeling ingesteld. Die is sindsdien voortdurend verlengd. Hoewel ckv2,3 door de wet is voorgeschreven hoefden scholen het vak van het ministerie feitelijk nog niet in te voeren. Dit heeft tot grote onzekerheid geleid. Uitgevers durfden niet in methodes te investeren. Vervolgens werd het uitblijven van methodes als argument gebruikt om het vak niet in te voeren. Dat scholen afwachtten werd als argument gebruikt voor een voorstel om ckv2,3 helemaal uit het profiel te halen, want: “Niet alle scholen hebben het vak al ingevoerd.” (gesprek  met afvaardiging sbkv naar aanleiding van de nota Continuïteit en vernieuwing 2001)

 

Het ministerie wenste geen stimulerende maatregelen te nemen en verleende geen faciliteiten voor nascholing. Docenten, werden bevoegd verklaard maar moesten op eigen kosten en in eigen tijd zelf maar zien hoe zij zich  bijschoolden voor een nieuw en breed kunstvak.  “De voorziene nascholing heeft nog niet plaatsgehad.” (notitie OC&W 12 november 1998)  dus het vak kan niet worden ingevoerd, is dan ook een volgend voorbeeld van het ontmoedigingsbeleid van het ministerie.

In 2003 mogen de scholen die ckv2,3 hebben ingevoerd, inmiddels de helft van het totale aantal havo- en vwo-scholen, terug naar het overgangsprofiel, waardoor ze het vak weer mogen laten vallen. In de huidige nota wordt deze recente beslissing als volgt ingezet: “Op dit moment kunnen scholen zelf kiezen of ze ckv2,3 invoeren als voor de leerling verplicht vak in het profiel.” Vervolgens wordt de verplichte invoering gepresenteerd als een ongewenste verandering, een ongewenst nieuw voorschrift.

 

De belangrijkste redenen om de wet niet uit te voeren, het vak niet definitief in te voeren en het centrale examen te vervangen door een schoolexamen, zijn door het ministerie zelf veroorzaakt. Daarbij werd na elke oplossing meteen weer een nieuw probleem benoemd. De redeneringen in de huidige nota zetten deze tendens voort. Er worden zelfs zes ‘argumenten’ aangevoerd om het vak niet langer verplicht te stellen. Afgezien van de scholen die uit levensbeschouwelijk oogpunt niet met dans of drama geconfronteerd willen worden, is geen van de argumenten overtuigend of zelfs maar relevant. Wij wijzen ze dan ook nadrukkelijk af.

 

We staan nu op een cruciaal punt in de geschiedenis. Er wordt een beslissing genomen over de toekomst van de kunstvakken. De minister heeft een uitgelezen kans om in één keer te repareren wat er in de afgelopen zeven jaar mis is gegaan met de invoering van het vak ckv2,3. En om ruimte te bieden aan de kunstvakken, die zo’n belangrijke rol moeten vervullen in de tweede fase.


SBKV                    Samenwerkingsberaad Kunstvakken

                                Contactpersoon CKV van het SBKV: Marie-Thérèse van de Kamp

                                e-mail: mt.van.de.kamp@planet.nl <mailto:mt.van.de.kamp@planet.nl>

 

Bij het SBKV aangesloten kunstvakverenigingen zijn:

 

BDD                       Beroepsvereniging Docenten Drama

NBDK                    Nederlandse Beroepsvereniging van DansKunstenaars

NVTO                    Nederlandse Vereniging voor Beeldend Onderwijs

VKAV                    Vereniging Kontaktgroep Audiovisuele Vorming

VLBV                    Vereniging Leraren Beeldende Vakken

VLS                        Vereniging Leraren Schoolmuziek

Websites over CKV 2,3:

www.groenewald.nl/ckv2.html <http://www.groenewald.nl/ckv2.html> - Deze website bevat lesmateriaal voor ckv2,3 en is samengesteld door H. Baggen/K.Zonneveld e.a.

www.kunstvak.com <http://www.kunstvak.com>  / www.ckv23.com <http://www.ckv23.com>  - Deze website bevat lesmateriaal voor het vak ckv2,3 en is voor zowel leerlingen als docenten en andere belangstellenden bedoeld. De geschiedenis van de invoering van het vak ckv2,3 is opdeze site te vinden.

<http://www2.lokv.nl/bronnenbundels/>    Dit onderdeel van de website van www.cultuurnetwerk.nl <http://www.cultuurnetwerk.nl>  geeft bij alle ckv2 onderwerpen en invalshoeken, de relevante teksten uit de bronnenbundels van de vwo-examenthema’s oude stijl.  

 

Home