KUNST ALGEMEEN:
WERKEN MET ONDERZOEKSVRAGEN EN PROBLEEMSTELLINGEN:
Waarom
gaan we werken met probleemstellingen / onderzoeksvragen. De bedoeling is om op
deze manier de stof goed te leren begrijpen. Begrijpen van de stof doe je niet
alleen door een tekst te lezen of uit je hoofd te leren: stof begrijpen doe je
door verschillende studiehandelingen te verrichten:
Bij
Kunst Algemeen werken we als volgt: in de eerste lessen krijg je een inleiding
over het onderwerp; thuis moet je het informatieboek doorwerken; het
bronnenboek en het informatieboek + de begeleiding van de docent + opzoekwerk
in de mediatheek / bibliotheek worden gebruikt om de probleemstellingen /
onderzoeksvragen op te lossen.
STAPPENPLAN:
In de komende weken ga je in werkgroepen probleemstellingen /
onderzoeksvragen uitwerken naar aanleiding van één invalshoek, die door de
docent aangewezen is. Je werkt in groepjes leerlingen. Echter je moet wel
steeds met 2 leerlingen aan 1 reeks onderzoeksvragen en probleemstellingen
werken. Deze voeg je dan pas na de tussentijdse beoordeling samen. Let daarbij
op de volgende aspecten:
STAP 1: ORIENTATIE
( 2 cu)
·
Lees eerst de
probleemstellingen / onderzoeksvragen rustig door en denk aan de invalshoek in
relatie tot het onderwerp: dat is de kern.
·
Ga dan de teksten
doorlezen en onderstreep belangrijke punten. Denk opnieuw aan de invalshoek en
de probleemstellingen
·
Probeer eens of je al
gedeeltelijke antwoorden voor de probleemstellingen / onderzoeksvragen weet. Ga
nu met de andere leerlingen samen overleggen, wat iedereen al gevonden heeft en
waar eventuele overeenkomsten en verschillen tussen de antwoorden te vinden
zijn.
STAP 2: ONDERZOEKEN
/ ANALYSEREN ( 2 cu)
·
Ga bespreken wie welke
probleemstellingen gaan onderzoeken: let op, je moet wel steeds met z’n tweeën
aan 1 serie onderzoeksvragen en probleemstellingen werken. Op de tussentijdse
beoordeling moeten er dus van elke reeks onderzoeksvragen en
probleemstellingen, steeds 2 versies liggen !!! Niet vergeten dit dus.
·
Gebruik bronnen: boeken,
cd-roms ( zoals bijvoorbeeld de Encarta) om dingen op te zoeken. Onderaan elke
invalshoek vind je verwijzingen naar bronnen.
·
Controleer samen met de
groep: Heb je ook echt antwoord gegeven op de onderzoeksvragen &
probleemstelling ? Zijn er meerdere antwoorden mogelijk / goed op deze probleemstelling
?
·
Vraag aan de docent of
jullie groep alle belangrijke onderdelen gevonden heeft: zo niet dan weer
verder zoeken / denken.
STAP 3: TUSSENTIJDSE BEOORDELING VAN DE INHOUD VAN JULLIE WERK:
·
Om nu te zorgen dat je
de juiste informatie gevonden hebt, moet je het werk van de groep even netjes
bijelkaar voegen en het aan de docent geven. De docent kijkt jullie werk dan
na, en geeft aanwijzingen voor eventuele verbeteringen. Heb je vragen over de
inhoud: stel die dan nu !
·
Je voegt pas na deze
tussentijdse beoordeling de twee versies per serie
onderzoeksvragen/probleemstellingen samen. Voeg ook de rest van de andere
leerlingen samen.
STAP 4: PRESENTATIE
VOORBEREIDEN ( 2 cu) / UITVOEREN (de les daarna)
·
Op welke manier gaan we de
presentatie doen: wat hebben we daarvoor nodig aan apparatuur en aan beeld /
geluidsmiddelen ( video, cd, dia's enz.)
·
Je hebt ongeveer 20
minuten voor de hele presentatie ( minimaal 15 minuten en maximaal 25 minuten )
·
Zorg dat je een
duidelijk verhaal hebt voor de anderen: een inleiding, antwoorden op de
probleemstellingen een soort samenvatting / conclusie. Ben kritisch op je eigen
verhaal: vertel alleen de belangrijke zaken; ga niet te lang praten over 1
voorbeeld maar geef een paar voorbeelden die duidelijk zijn.
·
Let bij de presentatie
op: de opbouw van het verhaal ( logisch); taalgebruik ( eigen woorden zoveel
mogelijk gebruiken - dus niet klakkeloos uit boeken overschrijven),
beeldmateriaal / geluidsmateriaal: is er een verband tussen de beeld / geluidsfragmenten
en het verhaal ?
·
Bij de presentatie
letten op: duidelijk (hard genoeg) praten, met je gezicht naar de klas toe, we
willen geen voorgelezen verhaal maar wel een goed voorbereide presentatie zien.
·
De doelstelling van de
presentatie moet zijn voor jou: datgene wat ik geleerd heb over deze
probleemstelling, ga ik nu aan de anderen vertellen zodat zij de belangrijkste
zaken hierover te weten komen. Ook dien je op vragen van klasgenoten in te
kunnen gaan.
STAP 5: EVALUATIE
·
Zowel jijzelf als de
docent maken een evaluatie over de presentatie. Daarbij wordt gelet op: inhoud;
presentatie; individuele bijdrage; samenwerking in de groep. Noteer voor jezelf
welke onderdelen goed zijn gegaan en welke minder: daardoor leer je beter
studeren / plannen / samenwerken / presenteren.
Tijdens de presentatie van anderen noteer je vragen die je na afloop van
elke presentatie kunt stellen.
©
Marie-Thérèse van de Kamp.