Onderwerp: Cultuur van het moderne – versie na 2022

Accenten binnen het onderwerp:

·     avantgardistische stromingen;

·     expressie en abstractie;

·     architectuur: functionalisme;

·     ontwikkelingen in de kunsten in Rusland (bijvoorbeeld constructivisme);

·     psychologisch realisme (Konstantin Stanislavski) en episch theater (Bertolt Brecht);

·     vernieuwing van de academische dans (bijvoorbeeld Les Ballets Russes) en ontstaan   moderne theaterdans (bijvoorbeeld Isadora Duncan, Martha Graham); dansrages;

·     expressionisme en atonaliteit in de muziek;

·     ontstaan nieuwe muzieksoorten: blues en jazz;

·     ontwikkelingen en experimenten binnen film (bijvoorbeeld Sergei Eisenstein, Duits  expressionisme, Hollywoodgenres en animaties).

 

Specificaties van het onderwerp vanuit domein B invalshoeken voor reflectie:

Kunst en religie, levensbeschouwing

·     Visies op geschiedenis: breuk met het verleden.

·     ‘Ontdekking’ van het onderbewuste (Sigmund Freud), esoterische stromingen, filosofische  benaderingen versus christelijk mens- en wereldbeeld.

·     Utopieën van een nieuwe tijd: kunst is baanbreker voor die nieuwe tijd; kunst wil  maatschappij veranderen.

·     Kunst heeft geestelijke waarde en universele betekenis: op zoek naar essentie, abstractie.

 

Kunst en esthetica

·     Van het materiële naar het geestelijke: verwerping natuurgetrouwheid (bijvoorbeeld  kubisme); vorm, verhouding (bijvoorbeeld Piet Mondriaan, De Stijl).

·     Uitdrukking van het innerlijke van de kunstenaar.

·     Theorievorming (bijvoorbeeld futuristisch manifest, Der Blaue Reiter, An Actor Prepares,      twaalftoonstechniek, Rudolf von Laban).

·     Originaliteit als criterium.

·     Kruisbestuiving tussen verschillende disciplines, samen met een groep gelijkgestemden het  nieuwe brengen.

·     Form follows function (bijvoorbeeld Louis Sullivan, Hendrik Petrus Berlage, Frank Lloyd Wright), morele aspecten van verwerpen van decoratie (Adolf Loos).

·     Anti-establishment en anti-kunst (bijvoorbeeld Futuristen, Dada, Erik Satie).

 

Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht

·     Maatschappelijke verhoudingen staan ter discussie (bijvoorbeeld socialisme, nationalisme  versus internationalisme, eerste feministische golf en emancipatie van de vrouw).

·     Opleiding: ontstaan van niet-traditionele academies met een onderzoekende, experimentele houding (bijvoorbeeld Bauhaus); zelfstandige gezelschappen (podiumkunsten).

·     Opdrachtgevers: mecenaat en particuliere verzamelaars (bijvoorbeeld Helene Kröller- Müller) steunen de onafhankelijkheid van kunstenaars en hun zoeken naar nieuwe mogelijkheden; ‘derden’ organiseren optredens en tournees (bijvoorbeeld Sergei Diaghilev); kunstgalerieën.

·     Politiek en kunst: propaganda en/of kritiek; verboden kunst (bijvoorbeeld Entartete Kunst).

 

Kunst en vermaak

·     Film als amusement (bijvoorbeeld musicalfilm, Disney animaties).

·     Theatershows (bijvoorbeeld revue, cabaret, circus, musical, showdans).

·     Moderne gezelschapsdans uit de VS (bijvoorbeeld charleston) en Engeland (bijvoorbeeld   ballroomdansen).

·     Muziek: blues, ragtime, jazz, rhythm and blues, swing.

 

Kunst, wetenschap en techniek

·     Kunst probeert de werkwijze van wetenschap te hanteren: grondslagen- en  bronnenonderzoek.

·     Kunst als 'laboratorium' (bijvoorbeeld Bauhaus); onderzoek nieuwe materialen   (bijvoorbeeld gewapend beton) en toepassingen ervan.

·     Experimenten met elektrisch licht in het theater (bijvoorbeeld Loďe Fuller) en met vorm en   beweging in de ruimte (bijvoorbeeld Oskar Schlemmer).

·     Experimenten met bewegend beeld (bijvoorbeeld Luis Buńuel, Man Ray).

·     Experimenten met klank (bijvoorbeeld Sprechgesang) en klankbronnen (bijvoorbeeld lawaaimachines, elektrische gitaar).

·     Ontwikkeling opnametechnieken en distributie (radio, grammofoon, geluidsfilm).

 

Kunst intercultureel

·     Westerse blik op andere culturen; exotisme (bijvoorbeeld Josephine Baker): romantisering van niet-westerse culturen; primitivisme: interesse in etnografica als ‘pure en authentieke’ inspiratiebron voor de eigen kunst door kunstenaars als Picasso; verheerlijking van het zogenoemde ‘primitieve’ leven van niet-westerse culturen, dicht bij de natuur en niet gecorrumpeerd, door het westen als kritiek op de eigen cultuur (bijvoorbeeld Paul Gauguin).

·     Niet-Europese invloeden op kunstenaars (bijvoorbeeld Henri Matisse, Antonin Artaud, Ruth St. Denis, Igor Stravinsky).

·     Waardering van de Afro-Amerikaanse muziek (jazz).

·     Onderzoek volkscultuur (bijvoorbeeld Béla Bartók).