Onderwerp: Massacultuur vanaf 1950

 

Accenten binnen het onderwerp:

popart en massamedia;

soaps, comedy, tv-drama, videoclips;

musical;

mainstream en subculturen;

popmuziek, filmmuziek, elektronische muziek;

fusion en cross over;

multidisciplinaire kunst;

postmodernistische kunst in relatie tot massacultuur;

verzamelingen: bijvoorbeeld Centre Pompidou, Groninger museum.

 

Specificaties van het onderwerp vanuit domein B invalshoeken voor reflectie:

 

Kunst en religie, levensbeschouwing

·         Visies op geschiedenis: fragmentarisch; opgeven van vooruitgangsidee; richtinggevende ideologieën zijn er niet; consumeren, vermaakt worden.

·         Postmodernisme, Jencks

·         Grote verscheidenheid in levensbeschouwingen waaronder relativisme, cynisme, 'no illusion'

(punk), hedonisme.

·         Veelheid van betekenissen door citaten en fragmenten; realiteiten; eigen fantasieën (Eco).

·         Bijvoorbeeld: 'verleidelijke' massaproducten; rollen die mensen spelen, 'sterren'; seks en geweld;

(nep)sentimentele beelden; geënsceneerde beelden.

 

Kunst en esthetica

·         Geen vaststaande esthetische normen.

·         Herwaardering ornament.

·         Herwaardering verhalende verwijzingen.

·         Complexiteit en tegenspraak (Venturi).

·         Herwaardering figuratie.

·         Cultuurrelativisme.

·         Natuur: natuur en clichés over de natuur.

·         Originaliteit: hoeft niet; clichés en (stijl)citaten mogen.

·         Grensoverschrijdingen van veel kunstdisciplines.

 

Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht

·         Opleiding: vrij individualistische, eclectische leerroute.

·         Opdrachtgevers:

voor zogenaamde hoge cultuur subsidies en sponsors;

massacultuur   marktmechanismen.

·         Het spanningsveld tussen 'hoge' en 'lage' kunst.

·         Sterrendom.

·         Maatschappelijke organisatie: globalisering; sterke individualisering (pluralisme, subculturen).

·         Verzamelingen: behalve eigen smaak, inspelen op actualiteit; kunst als handel en investering.

 

Kunst en vermaak

·         Hollywoodfilms, tv, reclame, stripverhalen, posters, megatentoonstellingen en manifestaties.

·         Popmuziek, soaps, videoclips, musicals.

·         Kleding.

 

Kunst, wetenschap en techniek

·         Reproduceerbaarheid.

·         Computertechnieken en elektronische kunst; virtual reality.

·         Audiovisuele media.

 

Kunst intercultureel

·         (Stijl)citaten uit verschillende culturen, c.q. subculturen.

·         Fusion, cross over.

·         Wereldwijd opereren van kunstenaars.

·         Westerse kunst als maatstaf versus cultuurrelativisme.

·         Kunst van allochtonen; wereldmuziek.