Onderwerp:
Hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw – versie na 2022
Accenten binnen
het onderwerp:
·
renaissancehoven in de zestiende eeuw in Europa
(bijvoorbeeld Florence, Rome,
München, Londen); hoven van (absolute) vorsten in de zeventiende eeuw;
·
(stads)paleizen,
villa's,
tuinen; Versailles: inrichting en functie van paleis en tuinen (Lodewijk XIV);
·
ontwikkeling in tragedie
en komedie (inspiratie klassieken en eigentijdse ontwikkelingen);
·
hofdans en hofballet (ballet de cour);
·
ontstaan van opera, ontwikkeling van de instrumentale muziek, ontwikkelingen binnen
de kerkmuziek.
Specificaties van het onderwerp vanuit domein B invalshoeken voor reflectie:
Kunst
en religie, levensbeschouwing
·
Verbinding christelijke heilsgeschiedenis, klassieke geschiedenis en mythologie.
·
Kunst als propaganda van/voor vorsten via allegorische
voorstellingen (bijvoorbeeld Catharina de Medici, Lodewijk
XIV).
·
Humanisme: studie van klassieke teksten,
levenshouding gericht op het wereldlijke en het individu.
·
Reformatie en contrareformatie.
Kunst
en esthetica
·
Klassieke theorieën over schoonheid (Plato,
Aristoteles): schoonheid als eenheid van delen, maat,
verhouding, symmetrie, orde.
·
Uomo universale als beschavingsideaal.
·
Invloed van contrareformatie op de kunsten.
·
Maakbare en beheersbare natuur (bijvoorbeeld tuinen).
·
Originaliteit: inventio en aemulatio (bijvoorbeeld 'David' van Michelangelo).
·
Retorica en affectenleer.
·
Ontwikkelingen binnen theater: aristotelische principes in de
tragedie (bijvoorbeeld Jean Racine) en Engeland (bijvoorbeeld William Shakespeare).
·
Hofballetten en opera's
als poging om het Griekse
totaaltheater te reconstrueren.
Kunstenaar
en
opdrachtgever;
politieke
en economische macht
·
Mythologie als allegorische verwijzing naar politiek
en status vorst.
·
Opdrachtgevers: hof, kerk, adel, vermogende burgers; patronage/mecenaat.
·
Encyclopedische verzamelingen van vorsten en wetenschappers.
Kunst
en
vermaak
·
Mythologische verhalen als bron van vermaak (bijvoorbeeld Metamorphosen, Ovidius).
·
Monodie; ontwikkeling instrumentale muziek vanuit de begeleiding van de dans (danssuite).
·
Villa's als 'lustoorden' en vermaaksfuncties van tuinen.
·
Theaterspektakel (intermezzi), Italiaanse en Franse opera.
·
Hofdans (gezelschapsdans) en hofballet (theatrale dans).
·
Commedia dell'arte: stereotypering en improvisatie.
Kunst,
wetenschap en techniek
·
Ontwikkeling van muziekinstrumenten (bijvoorbeeld uitbreiding van de strijkinstrumenten).
·
Empirisch onderzoek van werkelijkheid (Leonardo
da Vinci), samenhangend wereldbeeld.
·
Tractaten in alle kunsten, naar voorbeeld van Vitruvius (opbouw:
theoretisch en praktisch
deel).
Kunst
intercultureel