INHOUD VAN DE VAKKEN CKV  en Kunst Algemeen (voorheen CKV 2) en Kunst Beeldend (voorheen CKV 3)

Culturele en Kunstzinnige Vorming : accent op ervaring van kunst en cultuur - het proeven.

Het vak CKV 1 is opgenomen in het gemeenschappelijke deel en dus verplicht voor alle leerlingen. CKV 1 is een ervaringsgericht vak, waarbij aan de hand van verschillende thema's, een introductie gegeven wordt in de wereld van Kunst en Cultuur. CKV 1 bestaat uit vier verschillende onderdelen:

A; Culturele Activiteiten: Het bezoeken van tentoonstellingen, concerten, dans- en toneelvoorstellingen, films ,het lezen van boeken, enz

B; Kennis van Kunst en Cultuur: om de bovengenoemde culturele activiteiten goed voor te bereiden, dienen leerlingen op de hoogte te zijn van de achtergronden. Daarnaast leren leerlingen bij dit onderdeel ( aan de hand van een boek of reader) hoe ze verbanden kunnen leggen enerzijds tussen verschillende vormen van kunst en anderzijds tussen kunst uit verschillende tijden / culturen.

Onderdeel C; Praktische activiteiten. Leerlingen maken een werkstuk dat eventueel een samenhang heeft met de voorstelling / tentoonstelling die ze bezocht hebben, of het boek dat ze gelezen hebben.

Onderdeel D: dat is het kunstdossier waarin leerlingen alles t.a.v. CKV 1 verzamelen, en in het dossier beschrijven ze wat ze ervaren, geleerd hebben. Dit vak moet naar behoren afgesloten worden. Gezien de beperkte tijd die er voor dit vak staat, betekent het in de praktijk dat leerlingen kennismaken met, proeven van Kunst en Cultuur.

Kunst (voorheen CKV 2,3):

Het vak Kunst kan gekozen worden in het profiel Cultuur en Maatschappij en/of in het vrije deel.

Kunst Algemeen (voorheen CKV 2): algemene cultuurgeschiedenis - in de breedste zin.

Kunst Algemeen = algemene theorie: cultuurgeschiedenis - van de beeldende kunst & vormgeving, muziek, dans, drama . Aan de hand van 6 invalshoeken worden 6 onderwerpen bestudeerd. Het belang van het vak Kunst Algemeen : dit vak laat leerlingen kennismaken met de belangrijkste periodes uit onze cultuurgeschiedenis. Leerlingen leren verschillende vormen van kunst en cultuur kennen binnen de context van een bepaalde tijd. De leerling leert in brede zin, begrippen te hanteren die van belang zijn voor receptie en reflectie van kunst en cultuur. Door de verschillende periodes steeds op grond van dezelfde invalshoeken te bestuderen, leren ze verbanden te zien tussen de verschillende periodes en tussen historische periodes en onze tijd en ook leren ze naar andere culturen te kijken.

Bij Kunst Algemeen zijn er de volgende onderwerpen:

1: Cultuur van de kerk van de 11de t/m de 14de eeuw

2: Hofcultuur van de 16de en 17de eeuw

3: Burgerlijke cultuur van Nederland in de 17de eeuw

4: Cultuur van Romantiek en Realisme in de 19de eeuw

5: Cultuur van het moderne in de eerste helft van de 20ste eeuw

6: Massacultuur, 2de helft van de 20ste eeuw.

De invalshoeken bij Kunst Algemeen zijn:

1: kunst, religie en levensbeschouwing

2: kunst en esthetica ( alleen voor vwo)

3: kunstenaar en opdrachtgever, politieke en economische macht.

4: kunst en vermaak

5: kunst, wetenschap en techniek

6: kunst intercultureel

Deze invalshoeken laten de verschillende functies van cultuur zien.

Kunst Beeldend/Dans/Drama of Muziek ( voorheen CKV 3): De diepte in door vakspecifieke productie en reflectie.

Kunst Beeldend/Dans/Drama of Muziek bevat twee vakonderdelen: Praktijk (= muziek, dans, drama of beeldend) en vaktheorie - behorend bij de gekozen discipline. Leerlingen kiezen voor één discipline en leren over deze discipline aan de hand van het vormgeven in, -en het reflecteren over, deze discipline. De onderdelen praktijk en vaktheorie kunnen aan de hand van opdrachten of thema's met elkaar verbonden worden. Ook wordt de algemene theorie van Kunst Algemeen wel aan de thema's van Kunst Beeldend/Dans/Drama of Muziek verbonden, waardoor een grote mate van samenhang voor leerlingen kan ontstaan. Leerlingen analyseren beelden, muziek, dans, drama van kunstenaars en daarmee leren ze hoe ze zelf met een van deze kunstvormen kunnen werken. Leerlingen leren vakspecifieke vaardigheden, kennis, begrippen aan de hand van productie en reflectie binnen een of meerdere gekozen kunstdisciplines, dat betreft die disciplines die de school kan aanbieden.

 

© M.T. van de Kamp 2000 – aangepast 2007

 home                         naar legitimatie