PROBLEEMSTELLINGEN/ONDERZOEKSVRAGEN:
Het
doel daarvan is gericht op het goed en effectief leren onderzoeken; veel
informatie snel kunnen verwerken (VWO!); effectief leren omgaan met bronnen; goed
analyseren welke informatie relevant is; deze informatie verifiëren met behulp
van goede bronnen en de onderzoeksbevindingen schriftelijk en mondeling helder
en beknopt kunnen samenvatten en presenteren aan anderen.
SCHRIFTELIJKE
PRESENTATIE FORMAT: INVALSHOEK IS OP VOLGORDE UITGEWERKT.
[ NAAM: .... heeft
onderzoeksvraag ... en probleemstelling.... uitgewerkt.]
[
ONDERZOEKSVRAAG:.....hier noteer je de onderzoeksvraag]
Dan
werk je het antwoord op de onderzoeksvraag uit. Let op dat je de vraag ook echt
hebt beantwoord.
Dat
antwoord heb je gedestilleerd uit minimaal twee erkende bronnen, waarvan
minimaal 1 boek uit de mediatheek.
Je
antwoord is kernachtig (ca. 10 zinnen/regels), maar wel zeer specifiek
beschreven.
Je
geeft per onderzoeksvraag de gebruikte bronnen aan.
Daarna
werk je de probleemstelling uit.
[
PROBLEEMSTELLING:.... hier noteer je de probleemstelling]
In
de probleemstelling vat je de kern van de onderbouwing van de stelling helder
en compact samen.
LET
OP: verval niet in algemeenheden; ben concreet en specifiek maar toch beknopt.
TAAKVERDELING:
Verdeel deze taken:
Schriftelijke presentatie:
-
Iemand moet de eindpresentatie op volgorde zetten en qua lay
out netjes verzorgen (calibri 11; regelafstand 1,15;
onderzoeksvragen vet gedrukt; probleemstellingen vetgedrukt)
-
Iemand moet de powerpoint presentatie
maken/samenvoegen
Mondelinge presentatie:
-
Iemand moet de informatie over de kunstenaars (zie hieronder) verdelen over de
presentaties zodat er geen dubbele info komt.
-
Iemand heeft de regie over de eindpresentatie: wie doet wat - hoe lang? Je
krijgt per invalshoek niet meer dan 25 minuten voor de hele presentatie, m.u.v.
invalshoek 2 (deze is groter en krijgt ca. 1 lesuur max.) Dat betekent dat
jullie echt de tijd moeten bewaken.
MONDELINGE
EINDPRESENTATIE: Per invalshoek wil ik de presentatie is de inhoud verbonden aan
specifieke kunstenaars/kunstwerken en hun idealen/concepten in de context van
de moderne tijd. Om zodoende extra te trainen in het toepassen van de relatie
tussen cultuur, visie van en vormgeving door kunstenaars.
Invalshoek 1: Kandinsky; Meyerchold;
Invalshoek 2: Brecht; Loos & Schönberg;
Invalshoek 3: Bauhaus &
Helene Kröller-Müller;
Invalshoek 4: Eisenstein,
Josephine Baker & Satie;
Invalshoek 5: Martha Graham & Dali;
Invalshoek 6: Bartok; Jazz &
Kirchner.
Tijdens de
mondelinge presentaties staan deze kunstenaars centraal, en gebruik je het
onderzoek als ondersteuning om aan anderen gedetailleerd uit te leggen wat de
relatie tussen vorm & inhoud & functie & context voor deze
kunstenaar (selecteer één sleutelwerk) was.
Veel succes, Mkm